3.2 Wat voor baan wil jij?

3.2 Wat voor baan wil jij?
Deel 1
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

3.2 Wat voor baan wil jij?
Deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Programma

- Uitleg (7 min);
- Aan de slag  (opdrachten maken); 
- Afsluiting (5 min). 

Slide 2 - Tekstslide

3.2 Wat voor baan wil jij?
• wat het verschil is tussen een vaste en een tijdelijke baan
• wat het verschil is tussen een deeltijdbaan en een voltijdbaan
• in welke productiesectoren je kunt werken
• wat het nut is van arbeidsverdeling

Slide 3 - Tekstslide

Tijdelijk of vast?
Tijdelijke baan:
voor bepaalde tijd tot een afgesproken einddatum.

Vaste baan:
voor onbepaalde tijd, zonder afgesproken einddatum.

Je begint vaak met een tijdelijk baan.
Het kan daarna een vaste baan worden:
- als je goed functioneert
- als er voldoende werk is.


Slide 4 - Tekstslide

Deeltijd of voltijd
Als je een volledige dag- en weektaak werkt, heb je een voltijdbaan of fulltimebaan.
meestal 36, 38 of 40 uur.

In een deeltijdbaan of parttimebaan werk je minder dan het volledige aantal uren per week.



Slide 5 - Tekstslide

Arbeidsverdeling
Het werk bij bedrijven is verdeeld in verschillende banen.
Er zijn verschillende functies in een bedrijf. 

Welke banen zijn er bijvoorbeeld bij een supermarkt?

Slide 6 - Tekstslide

Arbeidsverdeling
Efficiëntie: Iedereen kan zich concentreren op één taak en wordt daar beter en sneller in.
Samenwerken: Doordat iedereen samenwerkt, wordt het werk sneller afgemaakt.
Minder vermoeiend: Als iedereen een taak heeft, hoeft niemand het hele werk alleen te doen

Slide 7 - Tekstslide

Wie doet wat?

Slide 8 - Tekstslide

Cirkeldiagram

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Maak  van 3.2
opgave 1 t/m 13
Begin op blz. 82

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

3.2 Wat voor baan wil jij?
• wat het verschil is tussen een vaste en een tijdelijke baan
• wat het verschil is tussen een deeltijdbaan en een voltijdbaan
• in welke productiesectoren je kunt werken
• wat het nut is van arbeidsverdeling

Slide 12 - Tekstslide

Afsluiting
> Volgende les 3.2 afronden

Slide 13 - Tekstslide