CiI-LHBTIQ quiz
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat weten jullie al van LHBTIQ?
Slide 2 - Woordweb
Waar staat LHBTIQ voor?
A
Lesbisch, Homoseksueel, Biseksueel, Transgender, Intersekse en Dragqueen
B
Lesbisch, Homoseksueel, Biseksueel, Transgender, Intersekse en Queer
Slide 3 - Quizvraag
Wat is homoseksualiteit?
A
Dat je op vrouwen valt
B
Dat je op mannen valt
C
Dat je op het ander geslacht valt
D
Dat je op hetzelfde geslacht valt
Slide 4 - Quizvraag
Waar komt homoseksualiteit voor?
A
Alleen bij mensen
B
Alleen bij dieren
C
Bij mensen en bij vele diersoorten
Slide 5 - Quizvraag
In hoeveel landen in de wereld is Homoseksueel verboden?
A
70
B
80
C
90
D
60
Slide 6 - Quizvraag
Wat doe je als je ''uit de kast'' komt?
A
Je was verstopt en je komt weer tevoorschijn
B
Je verteld aan andere dat je op mannen en vrouwen valt
C
Je vertelt voor het eerst aan andere dat je homo,lesbisch, transgender, of een intersekse persoon bent
D
Je vertelt aan andere dat je het allemaal even niet meer weet
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer is iemand biseksueel?
A
Als iemand valt op mannen en vrouwen
B
Als vrouwen vallen op vrouwen
C
Als mannen vallen op mannen
D
Als je op alles kan vallen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is roze zaterdag?
A
Op deze zaterdag in 1971 was homoseksualiteit niet meer strafbaar en word er daarom feest gegeven
B
Op deze zaterdag in 1968 trokken Amerikaanse homo's en lesbo's allemaal roze kleren aan
C
Dan vieren alle homo's feest en trekken ze roze aan. Om het te vieren dat ze trots zijn op homo's
D
Een jaarlijks feest om zichtbaarheid te vieren
Slide 9 - Quizvraag
Waarom is de kleur roze gekozen op roze zaterdag?
A
Het Roze is aan de roze driehoek, die homoseksuelen tijdens de Tweede Wereldoorlog als stigma in concentratiekampen moesten dragen
B
De kleur rood is de kleur van de liefde en wit de kleur van onschuld.
C
Roze is de kleur van onverwaardelijke liefde
Slide 10 - Quizvraag
Wat denken jullie wat het betekent als iemand panseksueel is?
Slide 11 - Woordweb
Wat is panseksueel?
A
Dat je op alles kan vallen. Zoals: Mensen, dieren, planten en objecten
B
Dat je op een persoon valt. Ongeacht wat het is.
C
Dat je valt op een transgender en/of iemand die non binaire is
D
Dat je op dieren en objecten valt
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Video
Wat is Queer?
A
Mensen staan voor een open identiteit en seksualiteit en willen zichzelf niet in een hokje plaatsen qua geslacht of seksuele voorkeur
B
Mensen die zichzelf een seksuele identiteit of vaststaand gender toekennen
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een gay pride?
A
Een feest voor LGBTQ+
B
Een feest voor LGBTQ
C
Een feest voor LHBTIQ
Slide 15 - Quizvraag
Hoe is de gay pride ontstaan?
A
De allereerste Gay Pride werd gehouden in New York in 1970 en was een demonstratie naar aanleiding van homo discriminatie
B
De allereerste Gay Pride werd gehouden in New York in 1970 en was een demonstratie naar aanleiding van de Stonewall rellen.
Slide 16 - Quizvraag
Wat is iemand die intersekse is?
A
Is iemand die er voor kiest om mannelijke en vrouwelijke geslachtskenmerken te tonen.
B
Is iemand die geboren is met mannelijke en vrouwelijke geslachtskenmerken
Slide 17 - Quizvraag
Hoeveel % van de bevolking in Nederland is intersekse?
A
Ongeveer 85.000
B
Ongeveer 75.000
C
Ongeveer 100.000
D
Ongeveer 60.000
Slide 18 - Quizvraag
Wat ben jij?
Je hoeft het niet in te vullen als je dat niet wil.
Je hoeft het niet in te vullen als je dat niet wil.
A
Iemand van LHBTIQ
B
Hetero
Slide 19 - Quizvraag
Zijn jullie meer te weten gekomen over LHBTIQ? Zo ja wat dan?
Slide 20 - Woordweb
Tips/ Tops
