startopdrachten par. 1.1. en 1.2.

Startopdrachten par. 1.1. en 1.2.

Lees de theorie, bekijk de voorbeelden en maak de opdrachten

1 / 21

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Startopdrachten par. 1.1. en 1.2.

Lees de theorie, bekijk de voorbeelden en maak de opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Regels met haakjes wegwerken

(a + b)(c + d) = ac + ad + bc + bd

Slide 2 - Tekstslide

(a + 7)(a - 7)

2 a + 7 a + 7 a + 14

a^{​ 2 ​ ​} + 49

a^{​ 2 ​ ​} + 14 a - 49

a^{​ 2 ​ ​} - 49

Slide 3 - Quizvraag

(x - 3)(x - 3)

2 x - 6 x - 6

x^{​ 2 ​ ​} - 6 x - 9

x^{​ 2 ​ ​} - 6 x + 9

x^{​ 2 ​ ​} + 6 x + 9

Slide 4 - Quizvraag

Merkwaardige producten

Als het goed is heb je het volgende ontdekt;

Dus, als je

x^{​ 2 ​ ​} + 4 x + 4 x + 16 =

x^{​ 2 ​ ​} + 8 x + 16

(a + b)^{​ 2 ​ ​} = a^{​ 2 ​ ​} + 2 a b + b^{​ 2 ​ ​}

Slide 5 - Tekstslide

Herleid

(2 x - 3)^{​ 2 ​ ​}

4 x^{​ 2 ​ ​} - 6 x + 9

4 x^{​ 2 ​ ​} + 12 x - 9

4 x^{​ 2 ​ ​} + 6 x - 9

4 x^{​ 2 ​ ​} - 12 x + 9

Slide 6 - Quizvraag

Herleid (5x-6)(5x+6)

32 x

25 x^{​ 2 ​ ​} - 36

25 x^{​ 2 ​ ​} - 12 x - 36

25 x^{​ 2 ​ ​} + 12 x - 36

Slide 7 - Quizvraag

Merkwaardig product (a+b)(a-b)

Als het goed is heb je het volgende ontdekt;

Als je deze vorm ziet, hoef je het middelste deel (-ab+ab) dus niet op te schrijven

(a + b) (a - b) = a^{​ 2 ​ ​} - b^{​ 2 ​ ​}

Slide 8 - Tekstslide

Klaar: Pak je planning en maak de opdrachten van deze week

Slide 9 - Tekstslide

3a + 3b =

6ab

9ab

3ab

kan niet

Slide 10 - Quizvraag

2a + 3b + 12a =

14a + 3b

3b + 14a

17ab

Kan niet

Slide 11 - Quizvraag

2a-3b+6a-8b=

8a+5b

8a-11b

4a+11b

8a+11b

Slide 12 - Quizvraag

a(3b + c) =

3b + ac

3ab + c

3ab + a²

3ab +ac

Slide 13 - Quizvraag

a(2a + b) =

a 2 a + b

2 a^{​ 2 ​ ​} + a b

3 a + b

3 a + a b

Slide 14 - Quizvraag

Extra instructie

Alles over breuken

+ waar jullie vragen over hebben

Als je niet mee doet, werk je in stilte aan de opdrachten

Slide 15 - Tekstslide

Wat weet je nog van breuken?

Slide 16 - Woordweb

Breuken + -

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 5 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​} + 1 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} = \frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​} + \frac{​ 7 ​ ​}{​ 4 ​} = \frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​} + \frac{​ 1 4 ​ ​}{​ 8 ​} = \frac{​ 1 9 ​ ​}{​ 8 ​} = 2 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} - \frac{​ 4 ​ ​}{​ 9 ​} = \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 8 ​} - \frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 8 ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 8 ​}

= \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 5 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 5 ​}

= \frac{​ 1 1 ​ ​}{​ 1 5 ​}

Slide 17 - Tekstslide

Breuken vermenigvuldigen

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} \cdot \frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 5 ​} = \frac{​ 6 ​ ​}{​ 7 5 ​} = \frac{​ 2 ​ ​}{​ 2 5 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​} \cdot 1 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} = \frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​} \cdot \frac{​ 7 ​ ​}{​ 4 ​} = \frac{​ 3 5 ​ ​}{​ 2 4 ​} = 1 \frac{​ 1 1 ​ ​}{​ 2 4 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \cdot \frac{​ 4 ​ ​}{​ 9 ​} = \frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 8 ​} = \frac{​ 2 ​ ​}{​ 9 ​}

Slide 18 - Tekstslide

Delen door een breuk

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} = 4 \cdot \frac{​ 5 ​ ​}{​ 3 ​} = \frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 ​} \cdot \frac{​ 5 ​ ​}{​ 3 ​} = \frac{​ 2 0 ​ ​}{​ 3 ​} = 6 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​} = 3 \cdot \frac{​ 8 ​ ​}{​ 5 ​} = \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 ​} \cdot \frac{​ 8 ​ ​}{​ 5 ​} = \frac{​ 2 4 ​ ​}{​ 5 ​} = 4 \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} = \frac{​ 2 ​ ​}{​ 9 ​} \cdot \frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 ​} = \frac{​ 4 ​ ​}{​ 9 ​}

4 :

3 :

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 9 ​}

Slide 19 - Tekstslide

Ik weet nu hoe ik haakjes en dubbele haakjes kan uitwerken

😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Ik wil graag extra hulp

Ja graag!

Nu nog niet, maar misschien later

Nee hoor, ik kan het zelf

Slide 21 - Poll