SINTERKLAASQUIZ

SINTERKLAASQUIZ

1.   Ga bij je groep zitten en bedenk een teamnaam
2.   1 persoon per groep logt in (LessonUp)
3.   1 pen per groepje nodig

Montijn, Tom, Alexander, Bram
Annely, Chiel, Julia, Sven
Feije, Olivier, Dez, Loek
Tijn, Jens, Guus, Marouan, Ayse
Dean, Faysal, Bobbie, Eva, Marit
Lieze, Sarah, Rahma, Meryem

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

SINTERKLAASQUIZ

1.   Ga bij je groep zitten en bedenk een teamnaam
2.   1 persoon per groep logt in (LessonUp)
3.   1 pen per groepje nodig

Montijn, Tom, Alexander, Bram
Annely, Chiel, Julia, Sven
Feije, Olivier, Dez, Loek
Tijn, Jens, Guus, Marouan, Ayse
Dean, Faysal, Bobbie, Eva, Marit
Lieze, Sarah, Rahma, Meryem

Slide 1 - Tekstslide

Sinterklaasquiz
 

Slide 2 - Tekstslide

Sint Nicolaas is geboren in Myra,
Waar ligt dat?
A
Spanje
B
Turkije
C
Griekenland
D
Italië

Slide 3 - Quizvraag

Wat was het beroep van Sinterklaas?
A
Priester
B
Pastoor
C
Dominee
D
Bisschop

Slide 4 - Quizvraag

Vanaf de 15e eeuw werd er voor het eerst de schoen gezet.
Dit was in de kerk...
A
voor de rijken
B
voor de kinderen
C
voor de volwassenen
D
voor de armen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het begin van het nieuwe couplet?
A
kijk piet staat te lachen
B
Oh, lieve Sint Nicolaas
C
Huppelt zijn paardje het dek op en neer
D
Ik heb genoeg lekkers voor heel Nederland

Slide 6 - Quizvraag

Bij welk liedje hoort deze intro?
A
de zak van sinterklaas
B
zie de maan schijnt door de bomen
C
sinterklaas kapoentje
D
hoor wie klopt daar kinderen

Slide 7 - Quizvraag

Tegen wie zei piet "Ik geloof dat er in mijn achterband een pepernootje zit."
A
tegen de smid
B
tegen een andere piet
C
tegen de fietsenmaker
D
tegen sinterklaas

Slide 8 - Quizvraag

Om welke hand draagt Sinterklaas zijn ring?
A
linkerhand
B
rechterhand

Slide 9 - Quizvraag

Welke kleur hebben de schoenen van Sinterklaas?
A
rode
B
zwart
C
paarse
D
wit

Slide 10 - Quizvraag

Wat hoort niet bij de kleding van piet?
A
pofbroek
B
zak
C
cape
D
baret

Slide 11 - Quizvraag

Wat had piet halverwege de 20ste eeuw?
A
zak met cadeaus en speelgoed
B
rode lippenstift
C
roe
D
gouden oorringen

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heet het paard van Sinterklaas?
A
Amerigo
B
Witje
C
Ozosnel
D
Snowie

Slide 13 - Quizvraag

Sinterklaas wordt in heel Europa gevierd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

1

Slide 15 - Video

Wat zat er niet in de schoen?
A
Een pop met vlechten in het haar
B
Een snoezig jurkje
C
Twee kaatsenballen in een net
D
Een lekker van chocola

Slide 16 - Quizvraag

Wat zit er niet in pepernoten?
A
Peper
B
Zout
C
Speculaaskruiden
D
Suiker

Slide 17 - Quizvraag

Welke chocoladeletter wordt er het meest verkocht?
A
L
B
M
C
K
D
W

Slide 18 - Quizvraag

Wat voor teken staat er op de jas van Sint?
A
Mijter
B
Staf
C
Kruis
D
Ring

Slide 19 - Quizvraag

Sint heeft 80 chocolade letters en er zijn 16 kinderen, hoeveel letters
krijgen zij ieder?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 20 - Quizvraag

Waar of niet waar? De kerstman bestond eerder dan Sinterklaas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel chocoladeletters worden er ongeveer per jaar gemaakt?
A
5 miljoen
B
10 miljoen
C
15 miljoen
D
20 miljoen

Slide 22 - Quizvraag

In welk jaar is Sinterklaas geboren?
A
270
B
750
C
1888
D
1946

Slide 23 - Quizvraag

Waar was de eerste intocht?
A
Amsterdam
B
Utrecht
C
Vanray
D
Maassluis

Slide 24 - Quizvraag

Maak de zin af:
Het Sinterklaas journaal, met ......
A
Daphne Bunskoek
B
Linda de Mol
C
Bridget Maasland
D
Dieuwertje Blok

Slide 25 - Quizvraag

Welk nummer heeft de pakjesboot?
A
11
B
12
C
13
D
14

Slide 26 - Quizvraag

Wanneer is Sinterklaas gestorven?
A
25 mei
B
6 december
C
5 december
D
26 mei

Slide 27 - Quizvraag

De tussenstand:

Slide 28 - Tekstslide

Extra punten verdienen
Los de rebus op! Steek je hand op als je het weet. 
Voor je beurt praten is -2 punten.

Slide 29 - Tekstslide

timer
0:20

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

timer
0:20

Slide 33 - Tekstslide

Tijd over?
Beschrijf pakjesavond vanuit het perspectief van een pepernoot. 

Je krijgt 3 minuten de tijd!
timer
3:00
Beschrijf pakjesavond vanuit het perspectief van een pepernoot.

Je krijgt 3 minuten de tijd!

Slide 34 - Tekstslide