4.1 - Het skelet (1BKGT)

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon telefoontas
B-boek op tafel bladzijde 8
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon telefoontas
B-boek op tafel bladzijde 8

Slide 1 - Tekstslide

Biologie
Stevigheid en beweging

Slide 2 - Tekstslide

Stevigheid en beweging
4.1 - Het skelet
4.2 - Botten
4.3 - Gewrichten
4.4 - Spieren
4.5 - Een werkplan
4.6 - Gezond bewegen

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al?

Slide 4 - Tekstslide

Thema 4 - Stevigheid en beweging

4.1 - Het skelet

Slide 5 - Tekstslide

Doelen van de paragraaf
Je kent de delen van het lichaam
Je kunt de botten benoemen in een afbeelding van het skelet
Je kunt de vier functies van het skelet benoemen

Slide 6 - Tekstslide

Het skelet
Ook wel geraamte

200 botten (beenderen) in je lichaam


Slide 7 - Tekstslide

Het skelet
Ledematen (armen+benen)
Botten in schedel
Romp (borstkas + wervelkolom + bekken + schoudergordel)



Slide 8 - Tekstslide

timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Functies
Stevigheid - Je blijft door je skelet recht overeind staan
Vorm - De vorm van je skelet bepaalt jouw vorm
Bescherming - Belangrijke organen zijn door je skelet ingepakt
Beweging - Je skelet bestaat uit losse botten om te kunnen bewegen

Slide 11 - Tekstslide

 Functie 1: Stevigheid
functie 1: stevigheid geven


Slide 12 - Tekstslide

functie 2 beweging

Slide 13 - Tekstslide

functie 3 bescherming

Slide 14 - Tekstslide

functie 4 vorm

Slide 15 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Vragen?

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk


B/K Maken: Opdracht 1 t/m 7
Eerder klaar? Opdracht 8 + 9 maken
KGT Maken: Opdracht 1 t/m 8
Eerder klaar? Opdracht 9 + 10


Leerdoelen:
Je kent de delen van het lichaam
Je kunt de botten benoemen in een afbeelding van het skelet
Je kunt de vier functies van het skelet benoemen

Slide 18 - Tekstslide


Wat wordt aangegeven met 3?
1
2
3
A
Wervelkolom
B
Borstbeen
C
Ribben
D
Sleutelbeen

Slide 19 - Quizvraag


Wat wordt aangegeven met 2?
1
2
3
A
Wervelkolom
B
Borstbeen
C
Ribben
D
Sleutelbeen

Slide 20 - Quizvraag

Welk nummer geeft je sleutelbeen aan?
A
3
B
4
C
5
D
7

Slide 21 - Quizvraag


Hoe heet het
groene bot?
A
Sleutelbeen
B
Dijbeen
C
Schoudergordel
D
Schouderblad

Slide 22 - Quizvraag

Hoe heet het bot bij nummer 5?
A
Sleutelbeen
B
Bovenarm
C
Schouderblad
D
opperarmbeen

Slide 23 - Quizvraag

Hoe heet bot nr 14?
A
Rib
B
Sleutelbeen
C
Wervel
D
Borstbeen

Slide 24 - Quizvraag

wat is de naam van
nummer 16
A
sleutelbeen
B
halswervel
C
rib
D
borstbeen

Slide 25 - Quizvraag

wat is de naam van
nummer 3
A
onderkaak
B
schedel
C
skelet
D
borstbeen

Slide 26 - Quizvraag

Wat zijn de functies van het skelet?
A
Beweging, vorm, lenigheid, stevigheid
B
Vorm, bescherming, stevigheid, beweging
C
Bescherming, kracht, lenigheid, beweging
D
Vorm, bescherming, kracht, stevigheid

Slide 27 - Quizvraag

Wat zijn je ledematen?
A
Benen en armen
B
Vingers en tenen
C
Hoofd en Borstkas
D
Borstkas en romp

Slide 28 - Quizvraag

Schoudergordel
  • schouderbladen, sleutelbeenderen
bekkengordel / bekken
  • heupbeenderen, heiligbeen
Borstkas
  • borstwervels, ribben, borstbeen

Slide 29 - Tekstslide