Je gebruikt de past continuous i.c.m. de past simple om aan te geven dat er iets gebeurde (korte actie; past simple) terwijl er al iets aan de gang was (lange actie; past continuous).
f.e. I was reading a book when the phone rang.
I was washing my car when the accident happened.
Slide 12 - Tekstslide
Grammar 9: Tag Questions (p. 47 TB)
Slide 13 - Tekstslide
It is beautiful, isn't it?
Slide 14 - Tekstslide
This snake isn't venomous, is it?
Slide 15 - Tekstslide
Take notes!
Grammar 9 - Tag Questions:
Als de zin bevestigend is, is de tag question ontkennend.
Als de zin ontkennend is, is de tag question bevestigend.
Slide 16 - Tekstslide
Take notes!
Staat er een vorm van 'to be' 'to have got' of een hulpwerkwoord (can/should/will etc.) in de zin? Dan gebruik je deze in de tag question.
She isn't happy, is she?
Your mother has got a black car, hasn't she?
Tom can swim, can't he?
Slide 17 - Tekstslide
Is dit niet het geval, dan gebruik je:
Present simple:
- do / don't : They play football, don't they?
- does / doesn't (bij onderwerpen he/she/it): Your sister works as a nurse, doesn't she?
Past simple:
- did / didn't: You went to the cinema, didn't you?
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.