In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Lesbrief 13 de woongroep
Werken bij mensen met een beperking
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van deze casus kun jij:
- Zakelijke email schrijven
- Voicemail bericht afluisteren en telefoonnotitie invullen
- Ruimte inrichten/ aanpassingen in huis
- Weet je wat ADL hulpmiddelen zijn
- Praktijkopdracht uitvoeren bed naar rolstoel
Slide 2 - Tekstslide
Gehandicapten
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Video
Zelfredzaamheid stimuleer je door:
Stap voor stap voor te doen hoe iets moet
Vertellen dat het belangrijk is dat ieder mens iets bijdraagt
Vertellen dat zelfredzaamheid er voor zorgt dat je zelfstandig kunt wonen
Een zorgvrager een selfie te laten maken om te bewijzen dat hij iets zelf kan
Een complimentje te geven.
Slide 5 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van zelfredzaamheid stimuleren
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Video
Verschillende woonvormen
Een zorgvrager kiest in overleg met de zorgaanbieder een woonvorm die het best bij hem past. Dit is afhankelijk van hoeveel zorg en ondersteuning hij nodig heeft.
Door deze verschillende woonvormen kan iedere zorgvrager
zorg op maat krijgen.
Slide 8 - Tekstslide
Wat betekend zorg op maat?
Slide 9 - Open vraag
Welke twee woonvormen herken je ? .
A
Internaat
B
begeleid zelfstandig wonen
C
24 - uurs zorg
D
Hostel
Slide 10 - Quizvraag
Mensen met een lichamelijke beperking hebben soms ondersteuning nodig bij het verplaatsen. Bijvoorbeeld als ze willen opstaan uit bed of uit een stoel of bij het lopen. Iemand die aan één zijde van het lichaam verlamd is, kan meestal moeilijk zelf uit een stoel opstaan.
Welke hulpmiddelen kun je inzetten bij het verplaatsen van de zorgvrager?
Slide 11 - Open vraag
Wat betekend de afkorting ADL en noem een voorbeeld
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Video
persoonlijke verzorging
Slide 14 - Woordweb
Wat is een goede aanhef voor een professionele brief?
A
hallo
B
beste
C
met vriendelijke groet,
D
geachte
Slide 15 - Quizvraag
Wassen (4 soorten)
Wit of lichtgekleurd
Bont (licht of donker)
Fijne was
Wasgoed dat je met de hand moet wassen of speciale reiniging nodig heeft
Slide 16 - Tekstslide
Welke van deze kledingstukken hoort bij de bonte was?