Adverbs of Frequency / Bijwoorden van Tijd

Tuesday 12 October 2020
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2,4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Tuesday 12 October 2020

Slide 1 - Tekstslide

Plan
  • Grammar
  • Recap: 
    Word order
  • Exercises
  • Self-Practice
  • Homework

Slide 2 - Tekstslide

Word order in English

Slide 3 - Tekstslide

Word Order in English

Slide 4 - Woordweb

wie
doet
wat
waar
wanneer
The parents
bring
to football training

every Sunday

their son

Slide 5 - Sleepvraag

Wie
doet
wat
waar
wanneer
Jacky and Pete
aren't going
to the cinema
tonight

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Video

Bijwoorden / Adverbs of Frequency
  • Bijwoorden zijn: always, never, usually, often, sometimes, still, seldom. Deze bijwoorden geven aan hoe vaak iets gebeurt.



For example:
Sue always wears jeans.
My dog has never attacked me.

Slide 8 - Tekstslide

1. Always
2. Never
3. Often
4. Sometimes
5. Usually
Vaak 
Gewoonlijk
Nooit
Altijd
Soms

Slide 9 - Sleepvraag

Zelden
Af en toe
Vaak
Over het algemeen
Rarely
Occasionally
Frequently
Generally
Seldom

Slide 10 - Sleepvraag

Adverbs of frequency
always
occasionally
never
often

Slide 11 - Sleepvraag

Position of the adverbs
  • Vóór het hoofdwerkwoord:
School always starts at 8.30pm.
I never sing in public.

  • na een vorm van to be: am, are, is, was, were:
There is always something to see.
His jokes are sometimes boring.

  • in de present perfect na have, has:
I have never seen this.
She has often broken her leg.


Slide 12 - Tekstslide

Waar komt het bijwoord 'never' te staan?
1. He 1 has 2 been 3 to France.
A
1
B
2
C
3

Slide 13 - Quizvraag

Waar komt het bijwoord 'often' te staan?
2. We 1 laugh 2 at their jokes.
A
1
B
2

Slide 14 - Quizvraag

Waar komt het bijwoord 'hardly ever' te staan?
1. They 1 would 2 be 3 rude to him.
A
1
B
2
C
3

Slide 15 - Quizvraag

Waar komt het bijwoord 'often' te staan?
2. It 1 is 2 cloudy.
A
1
B
2

Slide 16 - Quizvraag

Waar komt het bijwoord 'sometimes' te staan?
3. My dad 1 is 2 angry with me.
A
1
B
2

Slide 17 - Quizvraag

Waar komt het bijwoord 'sometimes' te staan?
3. She 1 asks 2 me to write for her site.
A
1
B
2

Slide 18 - Quizvraag

Waar komt het bijwoord 'usually' te staan?
4. We 1 meet 2 at my place.
A
1
B
2

Slide 19 - Quizvraag

Waar komt het bijwoord 'always' te staan?
5. They 1 hang out 2 together.
A
1
B
2

Slide 20 - Quizvraag

Waar komt het bijwoord 'always' te staan?
5. You 1 are 2 busy.
A
1
B
2

Slide 21 - Quizvraag

1. He _________ listens __________ to the radio.

2. They ___________ read ___________ a book.

3. Tom _________ is _________ very friendly. 

4. Pete _________ gets _________ angry. 

5. We _________ are _________ on time. 
Sleep het bijwoord op de juiste plek
often
sometimes
usually
never
always

Slide 22 - Sleepvraag

Self-Practice +
  • ChromeBook - Unit 3 - Lesson 2 - exc. 16 A/B & 17
  • ChromeBook - Writing - Lesson 1+2

Thursday 15, 2020

Slide 23 - Tekstslide