- Je gaat uitzoeken hoeveel jouw levensonderhoud kost
- Leren over arm en rijk buiten Nederland
- Je leert over lage loonlanden
Slide 3 - Tekstslide
Terugblik
Wat heb je de vorige les geleerd?
Begrippen:
Armoedegrens, kwetsbare wijken, cirkel van armoede
Slide 4 - Tekstslide
Doel: Je weet wat het begrip levensonderhoud betekent.
Je weet hoeveel jouw levensonderhoud (ongeveer) kost.
Slide 5 - Tekstslide
Levensonderhoud
Levensonderhoud zijn de kosten die nodig zijn om te voorzien in de basisbehoeften van een persoon of huishouden, zoals voedsel, huisvesting, kleding en gezondheidszorg.
Slide 6 - Tekstslide
Hoeveel kost jij in een week?
Maak en schatting
A: Tussen de 0 en 50 euro
B: Tussen de 50 en 100 euro
C: Tussen de 100 en 150 euro
D: Tussen de 150 en 200 euro
E: meer
Slide 7 - Tekstslide
Berekenen levensonderhoud
Klassikaal bespreken:
Waar moet je in een week geld aan uitgeven? Bedenk verschillende categorieën (mag in tweetallen).
Horen alle categorieën bij levensonderhoud (is het een basisbehoefte)?
Slide 8 - Tekstslide
Hoeveel kost het?
Bereken hoeveel elke categorie elke week kost.
Gebruik hiervoor het werkblad en eventueel een laptop en rekenmachine.
Slide 9 - Tekstslide
Hoeveel geld heb je nodig per maand?
Om te voorzien in jouw levensonderhoud.
Inkomsten - uitgaven
Budgetteren
Slide 10 - Tekstslide
Armoedegrens in Nederland
Wat is de armoedegrens voor alleenstaande?
Sinds 2020 ligt de grens voor een alleenstaande op 1.100 euro per maand, voor een paar is dat 1.550 euro. Met twee minderjarige kinderen is de grens voor een paar 2.110 euro en voor een éénoudergezin 1.680 euro.
Slide 11 - Tekstslide
Armoedegrens buiten NL
Bijna helft wereldbevolking leeft van minder dan 5,50 dollar per dag.
De helft van de wereldbevolking is dus bijna 4 miljard mensen.
Slide 12 - Tekstslide
Afronding
Doel behaald?
Je weet wat het begrip levensonderhoud betekent.
Je weet hoeveel jouw levensonderhoud (ongeveer) kost.