H3 WEEK 8 Chap. 3 (bron H) + luisteren

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Bonjour tout le monde ! 
Start klaar ?

  • Ga rustig op je vaste plek zitten.
  • Doe je jas en oortjes uit.
  • Doe je telefoon in het zakkie en in je tas.
  • Op tafel: laptop, etui, boek en jdw-map
  • Timer af: stoppen met praten & de les begint

timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Présence (Aanwezigheid)
Tout le monde est présent?
(Is iedereen aanwezig?)

Slide 3 - Tekstslide

Dernier cours ?

Slide 4 - Open vraag

Leerdoelen
  1. R Ik ken woorden die over het weer en de seizoenen gaan.
  2. T1 Ik kan een lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Chapitre 3
Tot nu toe.....

Grammaire: (p. 127)
1. Passé composé met onregelmatige werkwoorden (avoir, être, faire, prendre) EN être
2. Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp

Slide 7 - Tekstslide

Chapitre 5

Grammaire: (p. 43)
1. Het delend lidwoord
2. Het werkwoord 'venir'

Slide 8 - Tekstslide

PO + Vocabulaire
  • PO: Luistervaardigheid

  • Vocabulaire: t/m week 8 (in totaal 7 woordenlijst) FR-NL & NL-FR

Slide 9 - Tekstslide

en face de
à côté de
trop
la chambre
le lit
la vue
le petit déjeuner
le déjeuner
le diner
mauvais / bon
propre - sale
tegenover
naast
te, teveel
de (slaap)kamer
het bed
het uitzicht
het ontbijt
de lunch
het avondeten
slecht
schoon - vies
Week 3

Slide 10 - Tekstslide

mettre
hésiter
plus tard
avoir l'air
ça me fait plaisir
la viande
la glace
le lait
le poisson
le fromage







zetten, plaatsen
twijfelen
later
eruitzien, lijken
dat vind ik leuk
het vlees
het ijsje
de melk
de vis
de kaas
Vocabulaire - Semaine 5

Slide 11 - Tekstslide

Vul de woordjes in:

Slide 12 - Open vraag

Herhaling - Bron H


Ik kan het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord.


Bron H af?

Slide 13 - Tekstslide

Regel
Het persoonlijk voornaamwoord le / la / les staat vóór de persoonsvorm.

Slide 14 - Tekstslide

De plaats van het persoonlijk vnw le / la/ les
Als je het lijdend voorwerp (LV) vervangt door le / la / les dan verandert de plaats van het LV.

Je mange une pizza aux poissons au restaurant.

Je la mange au restaurant.


la

Slide 15 - Tekstslide

Stap 1. Vervang het lijdend voorwerp door le / la / les
1. Elle a acheté des fleurs pour sa mère. 
2. Je mange une pizza aux poissons.
3. Nous regardons le journal tous les jours.

Slide 16 - Tekstslide

Stap 2: Zet het pers. vnw le / la / les vóór de PV
1. Elle a acheté des fleurs pour sa mère. 
2. Je mange une pizza aux poissons.
3. Nous regardons le journal tous les jours.

1. les
2. la
3. le

Slide 17 - Tekstslide

Stap 2: Zet het pers. vnw le / la / les vóór de PV
1. Elle a acheté des fleurs pour sa mère. 
2. Je mange une pizza aux poissons.
3. Elle regarde le journal tous les jours.

1. les
2. la
3. le
1. Elle les a acheté pour sa mère.
2. Je la mange au restaurant.
3. Nous le regardons tous les jours.

Slide 18 - Tekstslide

Maryam mange la glace à la fraise.

Slide 19 - Open vraag

Zakaria aime le footbal.

Slide 20 - Open vraag

Mon ami a regardé la télévision.

Slide 21 - Open vraag

Sara a gagné le jeu.

Slide 22 - Open vraag

Je vais chercher le sac.

Slide 23 - Open vraag

Elle va apprendre le français.

Slide 24 - Open vraag

Marwa va manger les fruits.

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen
1. R Ik ken woorden die met eten en drinken te maken hebben.
2. T2 Ik kan een gesprek over eten en drinken begrijpen.

Slide 27 - Tekstslide

c'est pourquoi
car
depuis
donc
il faut
devenir
le rêve
le métier
chef de cuisine
dur
daarom
omdat
sinds
dus
je moet / men moet
worden
de droom
het beroep
chefkok
moeilijk / hard
week 6

Slide 28 - Tekstslide

Écouter A - chapitre 5
Au travail!

Slide 29 - Tekstslide

Écouter A 
Exercices
p.12-15:


Slide 30 - Tekstslide

Les devoirs pour le prochain cours...
Grandes Lignes:

  • Exercices boek B: Bron B - Lire 9, 10ab, 11 (blz. 16-19)
  • Apprendre vocabulaire: semaine 5


Slide 31 - Tekstslide

Evaluatie
Noem 'deux mots' die je hebt onthouden uit de les.

Slide 32 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 33 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 34 - Open vraag