In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Aan het einde van de les:
Vertellen wat voor weer het bij jou is of ergens anders in de wereld.
Iemand begrijpen als hij over het weer bij hem vertelt.
Slide 1 - Tekstslide
Quel temps fait-il aujourd'hui?
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Quel temps-fait-il?
- Quel temps fait-il? il fait = het is
- Il fait beau
- Il fait chaud
- Il fait mauvais
- Il fait froid
- Il fait ... degrées
Slide 4 - Tekstslide
Quel temps fait-il?
il y a = er is / er zijn
- Il y a du soleil De zon schijnt
- Il y a des nuages Het is bewolkt
- Il y a du vent Het waait
- Il y a de l'orage Het onweert
Slide 5 - Tekstslide
Quel temps fait-il?
- Il pleut Het regent
- Il neige Het sneeuwt
- Il grêle Het hagelt
Slide 6 - Tekstslide
Vul in op de stippellijn...
Een land is mannelijk of vrouwelijk of meervoud:
la France
l'Angleterre (v) les Pays-Bas
le Danemark
Slide 7 - Tekstslide
Il pleut
Slide 8 - Open vraag
Il neige
Slide 9 - Open vraag
Il fait chaud
Slide 10 - Open vraag
Il fait froid
Slide 11 - Open vraag
Il y a du soleil
Slide 12 - Open vraag
Il y a du vent
Slide 13 - Open vraag
Il y a des nuages
Slide 14 - Open vraag
Quel temps fait-il?
Slide 15 - Tekstslide
Il y a du soleil
il pleut
il neige
il fait beau
il fait mauvais
il fait du brouillard
Le vent souffle
Slide 16 - Sleepvraag
Slide 17 - Tekstslide
Bekijk de tekst. Zoek naar de Franse woorden die in het volgende verhaal ontbreken en vul deze in. De Nederlandse betekenissen staan hieronder.
het weerbericht • de week • tot • zon • wind • het is warm • het water • dinsdag
Coucou Saïd,
Merci pour ton mail et l’adresse du site pour le temps en Tunisie. Voilà ...................... pour Serris pour ..................................... du 14 ................................................ 20mai. Lundi,..................................
et mercredi, il fait du ...................................................., 22°. Mais jeudi, il y a beaucoup de .................................................................... Pour les trois autres jours, ..............................................
Alors moi, je vais à la piscine. J’adore être dans ......................................................................!
Damien
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Quel temps fait-il?
Slide 20 - Tekstslide
Quel temps fait-il?
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
La fin
Nu kan je...
-Vertellen wat voor weer het bij jou is of ergens anders in de wereld.
-Iemand begrijpen als hij over het weer bij hem vertelt.