In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Rekenen met enkelvoudige en samengestelde rente
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les kan jij de enkelvoudige en samengestelde rente berekenen.
Slide 2 - Tekstslide
Vertel aan de leerlingen wat zij tijdens deze les zullen leren.
Wat is rente?
Rente is de vergoeding die je ontvangt als je geld uitleent of de kosten die je betaalt als je geld leent.
Slide 3 - Tekstslide
Leg aan de leerlingen uit wat rente is en wat het betekent.
Enkelvoudige rente
Bij enkelvoudige rente wordt er alleen rente berekend over het oorspronkelijke bedrag.
Slide 4 - Tekstslide
Leg aan de leerlingen uit wat enkelvoudige rente is en hoe je het kunt berekenen.
Formule enkelvoudige rente
Enkelvoudige rente = (oorspronkelijk bedrag x rentepercentage x aantal jaar) / 100
Slide 5 - Tekstslide
Laat de leerlingen de formule voor enkelvoudige rente zien en geef een voorbeeld.
Voorbeeld enkelvoudige rente
Stel, je leent €1000 euro uit tegen 5% enkelvoudige rente per jaar. Hoeveel rente ontvang je na 3 jaar? Enkelvoudige rente = (€1000 x 5 x 3) / 100 = €150
Slide 6 - Tekstslide
Laat de leerlingen zien hoe je de formule toepast in een voorbeeld.
Samengestelde rente
Bij samengestelde rente wordt er rente berekend over het oorspronkelijke bedrag én over de rente die al eerder is berekend.
Slide 7 - Tekstslide
Leg aan de leerlingen uit wat samengestelde rente is en hoe het verschilt van enkelvoudige rente.
Formule samengestelde rente
Samengestelde rente = oorspronkelijk bedrag x (1 + rentepercentage / 100) ^ aantal jaar - oorspronkelijk bedrag
Slide 8 - Tekstslide
Laat de leerlingen de formule voor samengestelde rente zien en geef een voorbeeld.
Voorbeeld samengestelde rente
Stel, je zet €1000 euro op een spaarrekening met 5% samengestelde rente per jaar. Hoeveel geld heb je na 3 jaar? Samengestelde rente = €1000 x (1 + 5 / 100) ^ 3 - €1000 = €1157,63
Slide 9 - Tekstslide
Laat de leerlingen zien hoe je de formule toepast in een voorbeeld.
Enkelvoudige vs. samengestelde rente
Bij enkelvoudige rente wordt er alleen rente berekend over het oorspronkelijke bedrag, terwijl bij samengestelde rente ook rente over de rente wordt berekend.
Slide 10 - Tekstslide
Leg aan de leerlingen uit wat het verschil is tussen enkelvoudige en samengestelde rente.
Opdracht: enkelvoudige rente
Bereken de enkelvoudige rente over €5000 euro tegen 3% rente per jaar gedurende 5 jaar.
Slide 11 - Tekstslide
Laat de leerlingen zelfstandig of in groepjes de opdracht maken. Bespreek de antwoorden klassikaal.
Opdracht: samengestelde rente
Bereken hoeveel geld je hebt na 10 jaar als je €1000 euro op een spaarrekening zet met 4% samengestelde rente per jaar.
Slide 12 - Tekstslide
Laat de leerlingen zelfstandig of in groepjes de opdracht maken. Bespreek de antwoorden klassikaal.
Rente en inflatie
Inflatie kan de waarde van geld verminderen, waardoor rente minder waard kan worden.
Slide 13 - Tekstslide
Leg aan de leerlingen uit wat inflatie is en hoe het de waarde van geld kan verminderen.
Rente en risico
Hoe hoger het risico van een investering, hoe hoger de rente kan zijn.
Slide 14 - Tekstslide
Leg aan de leerlingen uit hoe rente en risico met elkaar samenhangen.
Investeren vs. lenen
Investeren kan je geld opleveren door rente, terwijl lenen geld kan kosten door rente.
Slide 15 - Tekstslide
Leg aan de leerlingen uit wat het verschil is tussen investeren en lenen en hoe rente hierbij een rol speelt.
Opdracht: investeren of lenen?
Stel, je hebt €1000 euro. Zou je dit geld investeren in aandelen met 6% samengestelde rente per jaar of lenen tegen 8% enkelvoudige rente per jaar? Waarom?
Slide 16 - Tekstslide
Laat de leerlingen zelfstandig of in groepjes de opdracht maken. Bespreek de antwoorden klassikaal.
Rente en sparen
Sparen kan je geld opleveren door rente, maar het kan ook zijn dat de rente lager is dan de inflatie, waardoor je geld verliest.
Slide 17 - Tekstslide
Leg aan de leerlingen uit hoe rente en sparen met elkaar samenhangen en wat het effect van inflatie kan zijn.
Opdracht: spaarrekening
Zoek op wat de rente is op de spaarrekening van jouw bank. Is de rente hoger of lager dan de inflatie?
Slide 18 - Tekstslide
Laat de leerlingen zelfstandig of in groepjes de opdracht maken. Bespreek de antwoorden klassikaal.
Rente en hypotheek
Bij een hypotheek betaal je rente over het geleende bedrag. Hoe hoger de hypotheek, hoe meer rente je betaalt.
Slide 19 - Tekstslide
Leg aan de leerlingen uit hoe rente en hypotheek met elkaar samenhangen.
Opdracht: hypotheek
Zoek op wat de rente is op een hypotheek voor een huis van €250.000 euro. Hoeveel rente betaal je per jaar?
Slide 20 - Tekstslide
Laat de leerlingen zelfstandig of in groepjes de opdracht maken. Bespreek de antwoorden klassikaal.
Rente en leningen
Bij leningen betaal je rente over het geleende bedrag. Hoe hoger de lening, hoe meer rente je betaalt.
Slide 21 - Tekstslide
Leg aan de leerlingen uit hoe rente en leningen met elkaar samenhangen.
Opdracht: leningen
Zoek op wat de rente is op een persoonlijke lening van €10.000 euro. Hoeveel rente betaal je per jaar?
Slide 22 - Tekstslide
Laat de leerlingen zelfstandig of in groepjes de opdracht maken. Bespreek de antwoorden klassikaal.
Afsluiting
Je weet nu hoe je enkelvoudige en samengestelde rente kunt berekenen.
Slide 23 - Tekstslide
Rond de les af en herhaal het leerdoel.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 24 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 25 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 26 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.