spelling woord- en werkwoorddictee thema 4

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Dictee 

Woord- en werkwoordendictee thema 4

Doelen spellingswoorden thema 4:

1. Je kan woorden schrijven met –iaal, –ieel en –ueel.

2. Je kan meervouden schrijven met –iken, -iten, -esen en –eten.

3. Je weet of er een lange of korte klank aan het eind van een klankgroep staat.

Deel 1: Het woordendictee

Ik lees de zinnen voor en benoem het woord dat je moet opschrijven. Typ daarna het woord dat je hoort.

Schrijf het woord dat je hoort:

Schrijf het woord dat je hoort:

Schrijf het woord dat je hoort:

Schrijf het woord dat je hoort:

Schrijf het woord dat je hoort:

Schrijf het woord dat je hoort:

Schrijf het woord dat je hoort:

Schrijf het woord dat je hoort:

Schrijf het woord dat je hoort:

Schrijf het woord dat je hoort:

Schrijf het woord dat je hoort:

Schrijf het woord dat je hoort:

Schrijf het woord dat je hoort:

Schrijf het woord dat je hoort:

Schrijf het woord dat je hoort:

Deel 2: Het werkwoordendictee

Vervoeg zelf het werkwoord zoals je denkt dat het moet. 

Het werkwoord komt op de puntjes te staan. Ik lees de zinnen niet voor. 

Doelen werkwoordspelling thema 4:

4. Je weet hoe je het hele werkwoord schrijft en vindt in een zin.

5. Je kan woorden schrijven waarvan de verleden tijd hetzelfde is als het hele werkwoord.

6. Je kan het tegenwoordig deelwoord vervoegen en schrijven.

Ontwerpen -
Harm staat een grote muurtekening te ...

Nadenken-
... kijkt hij voor zich uit.

Inspireren-
Hij lijkt zich door Jeroen Bosch te laten ...

Verwarren-
Het is een ... geheel.

Uitbarsten-
Op de achtergrond staat een vulkaan op het punt van ...

Grenzen-
... aan de vulkaan ligt een verwoeste stad.

uitschelden-
Een stukje daar vandaan staan mensen elkaar ...

Onderscheiden-
Hun gezichtsuitdrukkingen zijn nauwelijks te ...

uitbeelden-
Een ruzie is moeilijk ...

Overdrijven-
Je moet oppassen niet te veel te ...

Nadenken-
Vooraan staat een oude man diep ...

Klappertanden-
Naast hem staat een kind te ...

Verwijten-
Het kind kijkt de oude man ... aan.

Inrichten-
De muurtekening is bedoeld om de aula mee ...

Afwijken-
Het is een beetje ... van wat je zou verwachten.