4.3: De Tweede wereldoorlog (1)

4.3: De Tweede wereldoorlog in Europa
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.3: De Tweede wereldoorlog in Europa

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Bespreken huiswerkopdrachten
  • start 4.3: De Tweede Wereldoorlog in Europa
  • aan de slag met opdrachten. 

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les: 
... weet je waarom Hitler een oorlog begon.
... heb je geleerd over het verloop van de oorlog.
... kun je oorzaken van de oorlog benoemen.
... kun je uitleggen hoe Hitler zijn macht uitbreidde in de oorlog.

Slide 3 - Tekstslide

Gebeurtenissen uit WO II (van je tijdlijn)

Slide 4 - Woordweb

Welke landen horen bij Duitsland?

Slide 5 - Woordweb

Welke landen horen bij de Geallieerden?

Slide 6 - Woordweb

4.3: De Tweede Wereldoorlog in Europa
In deze paragraaf leer je: 
  • Waarom en hoe Hitler de oorlog veroorzaakte
  • hoe Duitsland zijn macht uitbreidde in de oorlog
  • hoe Duitsland de oorlog verloor
  • hoe joden werden vervolgd en vermoord.

kenmerkend aspect: de Duitse bezetting en de jodenvervolging

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaken van de oorlog:
Hitler wil:
  • Sovjet-Unie in een rassenoorlog vernietigen
  • Meer grondgebied voor het Duitse volk 'lebensraum '
  • Alle Duitssprekende volken moeten bij Duitsland horen

Bondgenootschappen: Met Japan en Italië strijden tegen het Westen en de Sovjet- Unie

Slide 8 - Tekstslide

Hitler begint .... 
1938: Oostenrijk wordt overgenomen, ingelijfd. (Anschluss)

  • Britse en Franse regeringen gaan zich met de zaak bemoeien, beloven steun aan Tsjecho- Slowakije bij een buitenlandse aanval.
  • Hitler wordt niet afgeschrikt, oorlog lijkt in september 1938 onvermijdelijk

Slide 9 - Tekstslide

Conferentie in München:
  • Sudetenland (Tsjechië)  afstaan in ruil voor vrede.
  • appeasement: (verzoening) toegeven aan eisen om vrede te bewaren.
  • verwachting dat Hitler minder agressief zou worden, maar vrede niet gered.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

1939:
  • Hitler bedreigt Polen. Groot-Brittannië en Frankrijk beloven steun bij een inval.
  • Augustus : Duitsland en de Sovjet-Unie sloten een niet-aanvalsverdrag.
  • Beloven elkaar niet aan te vallen in ruil voor de helft van Polen.

Slide 12 - Tekstslide

1939 Molotov-Von Ribbentrop pact
Duitsland en de Sovjet-unie. beloven elkaar niet aan te vallen. Waarom?

  • Duitsland: Tweefrontenoorlog voorkomen
  • Sovjet: Tijd rekken om leger aan te sterken


Slide 13 - Tekstslide

In het geheim besluiten Duitsland en de Sovjet Unie Oost-Europa te verdelen

Slide 14 - Tekstslide

Maart 1939: Duitsland bezet ook de rest van Tsjecho - Slowakije

Slide 15 - Tekstslide

1939:
  • 1 september:  Duitse leger valt Polen binnen.
  • Groot-Brittannië en Frankrijk verklaren Duitsland de oorlog.
  • Begin WO II in Europa.

Slide 16 - Tekstslide

Welke bondgenootschappen zijn er in 1939?

Slide 17 - Open vraag

Duitse veroveringen:
  • Duitsland heeft een overmacht aan tanks, Polen is kansloos.
  • Wanneer het Sovjetleger na 2 weken Oost-Polen binnenvalt is de strijd snel beslist.
  • West-Polen door Duitsland ingelijfd. 

Slide 18 - Tekstslide

Duitse veroveringen:
  • West-Europa krijgt een halfjaar later te maken met een blitzkrieg: snelle aanval (bliksemoorlog)
  •  April 1940: Denemarken en Noorwegen.
  • 10 mei 1940: Nederland, België en Frankrijk.
  • Terreurbombardementen op burgers om het verzet te breken.
  • 14 mei: bombardement op Rotterdam.

Slide 19 - Tekstslide

Duitse veroveringen:
  • 15 mei geeft Nederland zich over.
  • 18 dagen later België.
  • 6 weken later Frankrijk. 

Slide 20 - Tekstslide

Duitse veroveringen:
  • Luchtoorlog boven Groot-Brittannië.
  • Duitsland verwacht dit snel te overwinnen door de terreurbombardementen.
  •  Groot-Brittannië houdt stand en vocht als enige door.

Slide 21 - Tekstslide

Duitse veroveringen:
  • Duitsland wil de Sovjet-Unie aanvallen en zich niet meer houden aan het niet-aanvalsverdrag  van 1939.
  • Toch een tweefrontenoorlog.
  • Eerst Joegoslavië en Griekenland aanvallen, om Italië te helpen.
  • 22 juni 1941 begint de Duitse aanval op de Sovjet-Unie. 

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag:
  • Lees de theorie en maak van paragraaf 4.3 opdracht 1 en 2.
  • Werk leerdoel 1 en 2 van de paragraaf uit.
  • Lees het derde kopje theorie en vat deze kort samen.
  • Extra? Lees en bekijk de filmpjes op de link op de volgende dia.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link