Spieren in je hart en in je verteringsorganen zitten niet aan het skelet vast.
Het hart is een grote holle spier die gevuld is met bloed (bron 5). Als je hart samentrekt, wordt het bloed door je bloedvaten gepompt. Een leven lang trekt de hartspier regelmatig samen. In rust is dat zo’n zeventig keer per minuut.
Als je je flink inspant, kan de hartslag oplopen tot boven de tweehonderd keer per minuut. Toch raakt het hart niet vermoeid. Dat komt doordat tussen elke twee hartslagen een pauze zit. In die tijd raakt het hart zijn afvalstoffen kwijt.