Present Continuous

Present Continuous
I can use the present continuous in a sentence
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Present Continuous
I can use the present continuous in a sentence

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning

Grammatica uitleg
Oefen opdrachten
Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple
What do we remember?
  • When?
  • How?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

When
We use the present continuous when something is happening right now.

I am standing.
you are sitting.
I am talking.
you are listening.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What to look out for

Right now he is running home.
He is not sleeping at the moment.
I am currently teaching.

Look! She is doing a handstand.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Forms
+
Form of "to be"

I                   am
you             are
she/he/it   is
we/they     are
Verb+ ing

talking
teaching
eating
sleeping

Slide 6 - Tekstslide

I am = I'm
You are = You're
She is = She's
He is = He's
It is = It's
We are = We're
They are = They're
Special -ing
verbs ending in a silent -e
have    > having
ride      > riding
game  > gaming

remove the -e
verbs ending in -ie

lie      > lying
tie     > tying


replace -ie with -y

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Special -ing

sit        > sitting                  
run      > running                
stop    > stopping                 
              
    
double the last letter

Slide 8 - Tekstslide

travelling = British
traveling = American

cancelling = British
canceling = American
Questions

I am drowning.

Am I drowning?

He is laughing.

Is he laughing?
Negatives

I am writing.

I am not writing.

We are running.

We are not running.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To be + not
is not > isn't
are not > aren't

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I ___ home right now.
run

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

We ___.
game

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I think he ___.
lie

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The rocket ___ the mountain.
target

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I ___ a little sick.
feel

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

your turn
give me a sentence that
uses the present continuous
timer
0:30

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling

When do we use the present continuous?

How do we change a verb into the present continuous?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies