§2 Criminaliteit als probleem


Criminaliteit 
§2 Criminaliteit als probleem



Maatschappijkunde - basis 3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Criminaliteit 
§2 Criminaliteit als probleem



Maatschappijkunde - basis 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een waarde?
A
Dat zijn regels.
B
Dat is iets dat je belangrijk vindt in het leven.
C
Dat is dat je iets mag.
D
Dat is dat je iets moet.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee waarden die jij belangrijk vindt.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een norm?
A
Dat zijn regels.
B
Dat is iets dat je belangrijk vindt in het leven.
C
Dat is iets dat je mag.
D
Dat is iets dat je moet.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Normen of regels zijn op te delen in twee soorten. Welke?

Slide 6 - Open vraag

Geschreven en ongeschreven.
Wat is de betekenis van het begrip criminaliteit?

Slide 7 - Open vraag

Al het gedrag dat volgens de wet strafbaar is. 
Wat is het verschil tussen een overtreding en een misdrijf?

Slide 8 - Open vraag

Een overtreding is een licht strafbaar feit. Een misdrijf is een zwaar strafbaar feit.
Leerdoel
Aan het eind van de les kan je aan de hand van de drie kenmerken van een maatschappelijk probleem uitleggen waarom criminaliteit een maatschappelijk probleem is.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de drie kenmerken van een maatschappelijk probleem?

Slide 10 - Open vraag

Om de voorkennis te activeren kan deze vraag gesteld worden aan de leerlingen. Deze stof wordt behandeld in de eerste periode van het vak maatschappijleer.
Kenmerken maatschappelijk probleem:

  1. Veel mensen hebben ermee te maken.
  2. Er zijn verschillende meningen over.
  3. De politiek bemoeid zich ermee.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. 
Wie hebben ermee te maken?

  • Het is een sociaal probleem, omdat bijna iedereen ervaring heeft met criminaliteit.
  • Gevolgen van criminaliteit:
  1. Materiële gevolgen (kan je berekenen in geld
  2. Immateriële gevolgen (kun je niet met geld oplossen)
Normvervaging
Dit betekent dat mensen regels minder belangrijk vinden. Bijvoorbeeld: omdat je fiets zo vaak gestolen is, vind je dat je er één terug mag pakken. Normvervaging is een immaterieel gevolg van criminaliteit, omdat je het niet met geld op kan lossen. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Materiële gevolgen
Immateriële gevolgen
Maak de goede combinaties.
Gülsum komt er op Schiphol achter dat haar fototoestel uit haar tas is gestolen. De camera was een oud ding, maar al haar vakantiefoto's stonden erop.
Zonder dat ze het doorhad, is mevrouw Venemans pinpas geskimd. Er is 1.800 euro van haar bankrekening afgeschreven.
Bij Mattia in de wijk is veel overlast van hangjongeren. Ze maken 's nachts herrie, laten overal rommel achter en vernielen parkjes. De politie lijkt er niets aan te doen.

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. 
Welke verschillende meningen zijn er?

Mensen hebben verschillende meningen over de aanpak van criminaliteit. Dat komt doordat ze verschillende belangen hebben. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.
De overheid bemoeit zich ermee.

Criminaliteit staat altijd op de politieke agenda. Maar politici hebben ook verschillende meningen. Omdat ze samen moeten besluiten is criminaliteit een politiek probleem

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.
De overheid bemoeit zich ermee.

Ze hebben daarom drie taken:
  1. Regering en parlement maken wetten.
  2. Openbaar Ministerie en politie heeft de taak verdachten op te sporen. 
  3. Rechters beslissen of iemand strafbaar is en welke straf hij krijgt.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de onderstaande zinnen waar of niet waar?

NIET
WAAR

WAAR
De overheid moet zorgen voor orde en veiligheid in de samenleving.
Criminaliteit heeft vaak emotionele gevolgen voor de slachtoffers.
Bij een diefstal is er vooral sprake van immateriële schade.
Door normvervaging is er minder criminaliteit.
Bewakers inhuren is een taak van de overheid.
Rechters maken de wetten over crimineel gedrag.
Het Openbaar Ministerie en de politie sporen verdachten op.
De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde in de stad. 

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies