In de tijd van de heksenvervolgingen vonden er veranderingen plaats in de kerk.
Eerst had iedereen hetzelfde geloof, ze waren rooms-katholiek.
De kerk was heel rijk en veel burgers (gewone mensen) waren dat niet.
Niet iedereen vond dat eerlijk.
In 1517 was er in Duitsland een man, Maarten Luther, die zijn mening uitte en vertelde wat de kerk volgens hem niet goed deed.
Deze actie wordt gezien als het begin van de Reformatie.
Daarmee bedoelen we de scheiding tussen twee groepen binnen de kerk.
Aan de ene kant had je de rooms-katholieken en aan de andere kant de protestanten.