Thema 2 - Nieren/Uitscheiding

WELKOM 
Welkom bij 
Biologie 
Mevr. el Hamiti
2B
Donderdag 5 december 2024
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

WELKOM 
Welkom bij 
Biologie 
Mevr. el Hamiti
2B
Donderdag 5 december 2024

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Spullen controle 
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • ???
  • Afsluiten 
  • Huiswerk volgende les noteren in agenda 
Wat gaan we deze les doen?

Slide 2 - Tekstslide

Hart-longen-hart hoort bij?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden

Slide 3 - Quizvraag


Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.
Waar bevindt zich zuurstofarm bloed?
A
1
B
2
C
4

Slide 4 - Quizvraag

Bloed uit je handen komt in de linkerboezem binnen via de...
A
Aorta
B
Onderste holle ader
C
Longslagader
D
Bovenste holle ader

Slide 5 - Quizvraag

Het bloed stroomt van een kuitspier via de longen weer terug naar dezelfde kuitspier.
Het bloed gaat daarbij minstens tweemaal door het hart.
Door welke delen van het hart stroomt het bloed hierbij achtereenvolgens?
A
Linkerboezem – linkerkamer – rechterboezem – rechterkamer.
B
Linkerkamer – linkerboezem – rechterkamer – rechterboezem.
C
Rechterboezem – rechterkamer – linkerboezem – linkerkamer.
D
Rechterkamer – rechterboezem – linkerkamer – linkerboezem.

Slide 6 - Quizvraag


De wanden van het hart
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers

Slide 7 - Quizvraag

Thema 2. Ademhaling en bloedsomloop
2.5 - Nieren

Slide 8 - Tekstslide

Doelen van deze paragraaf
Je kunt de bouw en werking van de nieren omschrijven.

Slide 9 - Tekstslide

Uitscheiding 
Uitscheiding = verwijdering van stoffen waarvan er teveel in het bloed zitten.

Uitscheidingsorganen: longen, lever, nieren en huid.


Slide 10 - Tekstslide

Nieren
  • 2 nieren, in de buikholte aan de rugzijde, vlak onder het middenrif
  • Nieren halen afvalstoffen uit het bloed --> ze filteren het bloed.
  • Verwijderen afvalstoffen, overtollig water, 
      zouten en allerlei schadelijke stoffen 
      uit het bloed.

Slide 11 - Tekstslide

Naamgeving van bloedvaten



Van hart (af) naar nier = nierslagader




Van nier naar hart (toe) = nierader

Slide 12 - Tekstslide

De onderdelen van je nieren en urinewegen
Een nier bestaat uit 3 lagen:
het nierschors, niermerg 
en de nierbekken.
Nierschors en werken als zeefjes
bloedcellen en bloedplaatjes passen niet
door die zeefjes, alleen water, afvalstoffen en
overtollige stoffen
 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Nieren en urinewegen
Via de urineleiders wordt de urine afgevoerd naar de urineblaas --> opslagplaats urine. 
Via de urine buis verlaat de urine het lichaam.

Slide 15 - Tekstslide

Gezuiverde bloed gaat terug via nierader.

Afvalstoffen + overtollig water = urine

Dit gaat via een verzamelbuisje in niermerg naar het nierbekken. Dan stroomt het via de urineleider naar de blaas.

Via urinebuis gaat urine je lichaam uit (ong. 1.5 L per dag).

Slide 16 - Tekstslide

Kleur

  • Licht geel: veel water in de urine.
  • Donker geel: weinig water in de urine.
  • Donkergeel tot donkerbruin: kan duiden op leveraandoening.
  • Roze, roodbruin of vleeskleurig: bloed bij de urine. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Vragen?

Slide 19 - Tekstslide

De nieren liggen.....
A
Laag in de buikholte
B
In het midden van de buikholte
C
Hoog in de buikholte
D
In de borstholte

Slide 20 - Quizvraag

Van waaruit wordt bloed aangevoerd aan de nieren?
A
Vanuit de linker -en rechter nieraders
B
Vanuit de linker-en rechter nierslagaders
C
Vanuit de buikslagaders
D
Vanuit de buikaders

Slide 21 - Quizvraag

Wat doen de nieren?
A
Afvalstoffen uit het bloed halen
B
Zuurstof aan het bloed toevoegen
C
Voedingstoffen aan het bloed toevoegen

Slide 22 - Quizvraag

Van buiten naar binnen bestaat de nier uit....
A
Nierschors, niermerg, nierbekken
B
Niermerg, nierbekken, nierschors
C
Nierbekken, niermerg, nierschors
D
Nierschors, nierbekken, niermerg

Slide 23 - Quizvraag

Waar liggen de nieren
A
voorkant buik
B
achterkant buik
C
voorkant borst
D
achterkant borst

Slide 24 - Quizvraag

Aan het werk
Maken
alle opdrachten van 2.5

Slide 25 - Tekstslide

Begrippen
Nieren
Nierslagaders/Nieraders
Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Urine
Urineleiders
Urineblaas
Urinebuis

Leerdoelen:
  • Je kan de kenmerken van delen van nieren en urinewegen benoemen
  • Je kan de taken van delen van nieren en urinewegen benoemen

Slide 26 - Tekstslide