14.04 - h2 - WW-spelling & samenstellingen

Stillezen
timer
15:00
timer
3:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Stillezen
timer
15:00
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning

  • Werkwoordspelling
  • Samenstellingen
Leerdoelen

- Ik weet hoe ik werkwoorden moet spellen in de tegenwoordige tijd.
- Ik weet hoe ik werkwoorden moet spellen in de verleden tijd.
- Ik weet hoe ik voltooid deelwoorden moet spellen
- Ik weet hoe ik samenstellingen moet spellen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling
'Stam+t' is een goede theorie om te gebruiken bij het spellen van werkwoorden in de tt.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling:
'dt' achter een werkwoord plakken kan niet.
A
juist
B
onjuist
C
alleen in de tegenwoordige tijd
D
alleen in de verleden tijd

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tegenwoordige tijd
Áltijd alleen +t mogelijk en niet +d of +dt.

Hij houdt van haar. (houden van)
Zij roeit zo snel. (roeien)
De kat slaapt lekker. (slapen)
Verleden tijd
Zowel +t als +d mogelijk.
('t ex kofschip)

Hij roeide niet zo snel. (roeien)
Wij werkten daar al. (werken)
Zij lachte me uit. (lachen)
Jij beleefde dat anders dan ik. (beleven)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterke

werkwoorden


hebben de

KRACHT

om in de verleden tijd

van klank te veranderen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verleden tijd

zwakke werkwoorden





In het enkelvoud: 
ik-vorm + te
ik-vorm+ de

In het meervoud:
ik-vorm + ten
ik-vorm + den

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


                            
Twijfel je?
Als de laatste letter van de stam voorkomt in
't
ex-kofschip, schrijf je in de verleden tijd -te(n).
Zo niet, dan schrijf je -de(n). 
't ex-kofschip

Slide 9 - Tekstslide

werken - werk
De 'k' komt voor in 't ex-kofschip, dus is de verleden tijd werkte.

Voltooid deelwoord
Het gebeurt.
Het is gebeurd.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste schrijfwijze
A
wij hebben gejuicht
B
wij hebben gejuichd

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste schrijfwijze
A
wij hebben geverft
B
wij hebben geverfd

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste schrijfwijze
A
wij hebben beleeft
B
wij hebben beleefd

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste schrijfwijze
A
wij hebben getelefoneerd
B
wij hebben getelefoneert

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

word
verft
leven
schreven
sprong
juichte
beleefden
zwommen
schrijft

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een samenstelling?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste samenstelling:
A
Kippenhok
B
Kippehok

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van
rijst+vlaai

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van liefde+verdriet

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van
reus + leuk

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van
ziekte + verschijnsel

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van
aap + rots

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van
stoom + schip

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van
zon + steek

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Koppelteken
Om uitspraakproblemen te voorkomen:
  • auto-ongeluk
  • koffie-uurtje
  • zee-eend

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een
samenstelling met een koppelteken
(-)

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wel of geen koppelteken?
A
politieauto
B
politie-auto
C
politie auto

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wel of geen koppelteken?
A
minijurk
B
mini-jurk

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies