Scheidbare werkwoorden in technologie

• Nederlands
• ISK

Maak een naambordje

Planning

Lesdoelen

Mindmap technologie.

Woordenschat activiteit en invuloefening (wat doen als ze klaar zijn?)

Technologie challenge.

Uitvoering klas rollenspel.

Feedback.

Scheidbare werkwoorden in technologie

Wat is een scheidbaar werkwoord?

Wat zijn scheidbare werkwoorden?

Een scheidbaar werkwoord is een werkwoord (zetten, starten) en een voorzetsel (aan, uit, op) samengevoegd.

Bijvoorbeeld: aanzetten, opstarten.

Ik zet de computer aan.

Ik start de laptop op.

Technologie en scheidbare werkwoorden

Technologie en scheidbare werkwoorden

Zelfstandig werken.

Wat: Maak opdracht 1 op je werkblad.

Hoe: Maak de opdracht zelfstandig.

Hulp: Vraag de docent om hulp. (steek je vinger op (opsteken)).

Tijd: Je hebt 10 minuten de tijd.

Uitkomst: Je past scheidbare werkwoorden toe.  (toepassen)

Klaar?: Lees alvast opdracht twee.

Nabespreken.

1.    Ik ____________ mijn laptop elke ochtend ___________. (aanzetten)
2.   Jij __________ een nieuw wachtwoord ______________. (instellen)
3.   Hij _____________ na de les altijd _________________. (uitloggen)
4.   Wij ______ het document ______, voordat we het programma sluiten. (opslaan)

5.    Mijn telefoon heeft een update nodig: ik ________de telefoon _______ (bijwerken)

Kies uit:  opladen, doorsturen, uitzetten, inloggen, aansluiten,

6.    De batterij is bijna leeg. Je _______________ de telefoon ________________.
7.   Zij __________ haar computer altijd netjes ________________.
8.    Ik krijg een bericht, deze _____________ ik ______________ naar mijn vriend.
9.    ___________ de printer goed ________________, dan kun je printen.
10.   Voordat je het programma gebruikt, ___________ eerst __________________.

Lees opdracht twee door.

Doe dit in stilte en voor jezelf.

Schrijf dingen op die je moeilijk vind.

Doorlezen

Opschrijven

Technologie challenge.

Wat: Maak opdracht 2.

Hoe: In een groepje van 3/4 mensen.

Hulp: De docent.

Tijd: 15 minuten.

Uitkomst: Je kan je instructie presenteren.

Klaar: Oefen je presentatie met de groep. (stap 2)

Stap 2: Presenteren.

1. Een groepje geeft instructie aan de rest van de klas.

2. De rest van de klas voert de instructie uit.

3. De klas schrijft dingen op die goed of fout waren.

Nabespreking.

Waar heb je van geleerd?

Wat vond je moeilijk?

Wat wil je vaker doen?