Van kolonie naar autonomie binnen het Koninkrijk der Nederlanden

Van kolonie naar autonomie binnen het Koninkrijk der Nederlanden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Van kolonie naar autonomie binnen het Koninkrijk der Nederlanden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • De historische ontwikkeling van Curaçao van Spaanse kolonie tot deel van het Koninkrijk der Nederlanden beschrijven.
  • De betekenis van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden en de implicaties voor de verhoudingen tussen Nederland, Curaçao, Aruba en Sint Maarten toelichten.
  • De verschillen tussen autonomie en onafhankelijkheid binnen het Koninkrijk duiden.
  • De rol van belangrijke figuren en gebeurtenissen in de totstandkoming van het Statuut van het Koninkrijk uitleggen.
  • De staatsinrichting van Curaçao volgens de Staatsregeling van Curaçao uitleggen.
  • De verschillende organen van het Koninkrijk benoemen en hun functies beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de historische ontwikkeling van Curaçao en zijn relatie met Nederland?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Historische ontwikkeling van Curaçao
  • Spaanse kolonie tot verovering door Nederland in 1634
  • Handels- en slavendepot onder Nederlands bestuur
  • Afschaffing van slavernij in 1863
  • Ondertekening van het Statuut in 1954

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veranderingen in bestuur en autonomie
  • Direct Nederlands bestuur na opheffing van de WIC
  • Autonomie binnen het Koninkrijk der Nederlanden
  • Verschillen tussen autonomie en onafhankelijkheid

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Totstandkoming en inhoud van het Statuut
  • Regelt verhouding en verantwoordelijkheden tussen Koninkrijkspartners
  • Belangrijke figuren en gebeurtenissen in de totstandkoming

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betekenis van autonomie en verhoudingen
  • Verschillen tussen autonomie en onafhankelijkheid
  • Verhoudingen binnen het Koninkrijk der Nederlanden

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staatsinrichting van Curaçao en de rol van de Gouverneur
  • Staatsregeling van Curaçao
  • Rol van de Gouverneur

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lands- en Koninkrijksaangelegenheden en organen van het Koninkrijk
  • Koninkrijksregering
  • Gouverneur als vertegenwoordiger van de Koning
  • Raad van Ministers van het Koninkrijk
  • Raad van State van het Koninkrijk

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke definities
Autonomie: Het zelf kunnen besturen van eigen interne aangelegenheden door middel van wetten.
Koninkrijk der Nederlanden: Een verbond tussen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, gebaseerd op gelijkwaardigheid en wederzijdse bijstand.
Koninkrijksaangelegenheden: Gemeenschappelijke taken binnen het Koninkrijk die niet door de afzonderlijke landen worden verzorgd.
Gouverneur: Vertegenwoordiger van de koning in de Caribische landen van het Koninkrijk en tevens vertegenwoordiger van het Koninkrijk in deze landen.
Grondwet: De belangrijkste wet van een land, waarin de overheidstructuur en de rechten en plichten van burgers en overheid zijn vastgelegd.
Statuut: Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden, regelt de verhouding en verantwoordelijkheden tussen de Koninkrijkspartners.
Koninkrijksregering: De regering van het Koninkrijk, bestaande uit de Nederlandse regering en de gevolmachtigde ministers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.