Paragraaf 2.3, Een ontwikkelde cultuur

Paragraaf 2.3, Een ontwikkelde cultuur
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2.3, Een ontwikkelde cultuur

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Herhaling 2.2
Lesdoelen
2.3: Een ontwikkelde cultuur

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verband tussen de afbeeldingen?

Slide 3 - Open vraag

Gelaagde samenleving

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit waarom het schrift zo belangrijk was voor het bestuur van de farao.

Slide 5 - Open vraag

Lesdoelen 
  • Je kunt kenmerken van de Egyptische godsdienst benoemen.
  • Je kunt uitleggen hoe de Egyptenaren omgingen met de doden en het hiernamaals.
  • Je kunt uitleggen waarom het hiernamaals zo belangrijk was voor de Egyptenaren.
  • Je kunt uitleggen waar de kunst voornamelijk voor werd gebruikt.



Slide 6 - Tekstslide

Wat is cultuur?

Slide 7 - Open vraag

Natuurgodsdienst
  • De Egyptenaren waren erg afhankelijk van de natuur, denk maar aan de Nijl

  • Ze zagen veel in de natuur gebeuren.

  • Goden moesten al deze onverklaarbare dingen veroorzaken

  • Veel goden zagen eruit als dieren

Slide 8 - Tekstslide

Maak de juiste combinaties
Anubis
Sechmet
Sobek
Bastet

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

Egyptische godsdienst
Geloven in meerdere goden => Polytheïsme
Farao goddelijke status.
Poly = veel
Theïsme= god
Polytheisme = veel goden

Slide 11 - Tekstslide

Egyptische godsdienst
  • Tempels: woningen voor de goden of voor overleden farao's die als god vereerd werden.
  • Gewone mensen mochten hier niet naar binnen, alleen priesters die elke dag rituelen uitvoerden mochten hier komen.
  • Offers: Egyptenaren geloofden dat een god door de offers zorgde voor voorspoed in het leven.

Slide 12 - Tekstslide





Leven na de dood

Slide 13 - Tekstslide

Zorgen voor de doden:
Egyptenaren geloven dat iemands ziel voortleefde in het dodenrijk (hiernamaals), deze ziel keert regelmatig terug naar het lichaam, daarom mag het lichaam niet vergaan.

Slide 14 - Tekstslide

Mummificeren
  • Het lichaam moet goed blijven

  • Alles dat ervoor zorgt dat het lichaam kan gaan rotten moet eruit (organen en vocht)

  • Eerste mummies vermoedelijk per toeval ontstaan door het begraven in de woestijn.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Eerst worden de organen verwijderd. Deze worden in speciale vazen gedaan: canopen
Vervolgens wordt er een berg zout over het lichaam gelegd om al het vocht uit het lichaam te krijgen

Slide 17 - Tekstslide

Het lichaam wordt na ongeveer 70-90 dagen schoongemaakt en gebalsemd met geurige olie
Alle lichaamsholten worden gevuld met doeken, stro, klei en kruiden

Slide 18 - Tekstslide

Daarna wordt het lichaam in doeken gewikkeld, zodat er een mummie ontstaat
Het hart is teruggeplaatst, onder een amulet van een scarabee, maar alle andere organen worden bewaard in canopen.

Slide 19 - Tekstslide

Kunst voor het hiernamaals
  • Op de muren van grafkamers schilderden ambachtslieden gebeurtenissen uit het dagelijks leven van de dode. Hiervoor gebruikte ze speciale technieken.
  • De muurschilderingen die de Egyptenaren van mensen maakten waren mooi en zonder gebreken (de norm). Geen emoties of ouderdom is terug te vinden in de afbeeldingen. Dit is een eeuwenoude lange traditie

Veel kennis over het dagelijks leven en de beroepen van de oude Egyptenaren hebben we te danken aan de grafkamer schilderingen

Slide 20 - Tekstslide

Het dodenboek

Slide 21 - Tekstslide

Reliëf
Zoals te zien op de afbeeling wordt bij een reliëf een beeldhouwwerk op een vlakke ondergrond uitgehakt.

Slide 22 - Tekstslide





Het graf van Toetanchamon

Slide 23 - Tekstslide

Wat is een traditie
A
Een oud gebruik dat continu wordt herhaald
B
Een nieuwe techniek
C
Woord, letter en klank

Slide 24 - Quizvraag

Wat zijn priesters? Gebruik in je antwoord de begrippen 'tempel en 'offer'.

Slide 25 - Open vraag

Wetenschap
  • Gericht op het oplossen van problemen die ze in de praktijk tegenkwamen.
  • Meetkunde: werd gebruikt voor het vaststellen van akkergrenzen en de bouw van piramides.
  • Tekendriehoek
  • Waterpas
  • Sterrenkunde

Slide 26 - Tekstslide

Kenmerken hoogontwikkelde cultuur (beschaving)
  • Uitgebreide en ingewikkelde godsdienst, waarin het geloof in leven na de dood een belangrijke rol speelde. (Hiernamaals)
  • Bouw- en schilderkunst (piramide, muurschilderingen)
  • Goed georganiseerd bestuur
  1. Ambtenaren: bestuur
  2. Priesters: godsdienst
  3. Officieren: leger
  • Schrift

Maak aantekeningen

Slide 27 - Tekstslide

Schrijf drie dingen op die hebt geleerd deze les.

Slide 28 - Open vraag

Huiswerk - November
Lezen paragraaf 2.3: Een ontwikkelde cultuur
Maken opdrachten:
1 t/m 7 en 10, 11, 12

Slide 29 - Tekstslide