BS 1: Het zenuwstelsel MAX

BS 1: Het zenuwstelsel
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

BS 1: Het zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

* Je Kunt de delen en de functies van het zenuwstelsel  
   noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het centrale zenuwstelsel?
A
grote hersenen + kleine hersenen + hersenstam + ruggenmerg
B
grote hersenen + kleine hersenen + hersenstam
C
Grote hersenen + kleine hersenen
D
Grote hersenen

Slide 4 - Quizvraag

Welk onderdeel van het zenuwstelsel is geen onderdeel van het centraal zenuwstelsel
A
Ruggenmerg
B
Grote hersenen
C
Hersenstam
D
Zenuwen

Slide 5 - Quizvraag

Geluid komt je oren binnen. 
Zintuigcellen in je oren sturen vervolgens informatie naar je hersenen.
Daar word je je bewust van wat je hoort:
Het is je beste vriend die 'hoi!' roept.

Slide 6 - Tekstslide

Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit het 
centrale zenuwstelsel en zenuwen.

* Centrale zenuwstelsel:
   Grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam
   en het ruggenmerg 
* Zenuwen: verbinden het centrale 
   zenuwstelsel met alle lichaamsdelen zoals
   je zintuigen en je spieren

Slide 7 - Tekstslide

Prikkels
Een prikkel is een invloed uit het milieu op een organisme. Je zintuigen reageren hierop door Impulsen aan te maken.

- Inwendige prikkels
- Uitwendige prikkels 

Slide 8 - Tekstslide

Werking van het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel verwerkt impulsen die afkomstig zijn van zintuigen. 

Het zenuwstelsel regelt de werking van spieren en klieren.

Slide 9 - Tekstslide

In stappen...
  1. Zintuig reageert op een prikkel uit de omgeving.
  2. De zintuigcellen in een zintuig maken impulsen.
  3. Impulsen worden doorgegeven aan een zenuw.
  4. Via het ruggenmerg komen de impulsen in de hersenen.
  5. In de hersenen ontstaan nieuwe impulsen.
  6. Deze impulsen gaan via zenuwen naar de spieren.
  7. De spieren reageren.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video