In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
H5 Koningen, kastelen en kruistochten
5.5 De Honderdjarige Oorlog
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Wat waren de oorzaken en gevolgen van de Honderdjarige Oorlog?
Slide 2 - Tekstslide
Welk antwoord hoort er NIET bij?
A
Slag bij Hastings
B
Kruistocht
C
Graaf Harold
D
1066
Slide 3 - Quizvraag
Wat was GEEN gevolg van de slag bij Hastings?
A
Koning Edward sterft kinderloos
B
De Franse edelen krijgen grond in Engeland
C
Graaf Harold kreeg een pijl in zijn oog en stierf
D
Willem de Veroveraar wordt koning van Engeland
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de Magna Carta?
A
Groep raadgevers die de koning helpt beslissingen te nemen
B
Hoofd van de Rooms-Katholieke kerk
C
Macht die door de kroning en zijn ambtenaren wordt uitgeoefend
D
Engelse wet waar óók de koning zich aan moet houden
Slide 5 - Quizvraag
Wie stonden er tegenover elkaar tijdens de slag bij Hastings?
A
Koning Edward en graaf Harold
B
Koning Edward en hertog Willem
C
Graaf Harold en hertog Willem
Slide 6 - Quizvraag
Wat was de oorzaak van de slag bij Hastings?
Slide 7 - Open vraag
Waarom gingen gelovigen op kruistocht?
A
Ze kregen meer land
B
Ze werden rijk
C
Hun zonden werden vergeven
D
Je kwam gelijk na je dood in de hemel
Slide 8 - Quizvraag
De paus riep op tot de 1e kruistocht om het Heilige land en Jeruzalem bevrijden van de moslims. Niet om de keizer van Byzantium te helpen.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
In welk jaar riep Paus Urbanus II op tot een kruistocht?
A
1054
B
1095
C
1210
D
1453
Slide 10 - Quizvraag
Wat was voor Paus Urbanus II de belangrijkste reden om de eerste kruistocht uit de roepen?
A
Op bedevaart werden allerlei voorwerpen meegenomen die vereerd werden, dit werden relikwieën genoemd.
B
De Sjeldsjoeken veroverden het Midden-Oosten op de Arabieren.
C
De heilige plaatsen zoals het heilige graf waren in handen van de islamitische Seldsjoeken.
D
Zo konden mensen een aflaat krijgen voor hun zonden.
Slide 11 - Quizvraag
Doordat Urbanus II de zin ‘God wil het’ gebruikt, kan hij zonder veel opstand beginnen aan de kruistochten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Video
De Honderdjarige oorlog (1)
De koning van Engeland, Edward III, bezat een enorm gebied in Zuidwest-Frankrijk (Aquitanië).
Officieel had hij dit gebied in leen van de Franse koning Filips VI: hij was dus leenman van de koning
De Franse koning wilde het gebied terug hebben.
Edward III wilde dit voorkomen (en koning van Frankrijk worden) en stuurde in 1337 zijn leger naar Frankrijk: het begin van de Honderjarige Oorlog
Hoewel hij slechts een leenman was van de Franse koning, was Edward eigenlijk de baas in een stuk van Frankrijk: het rode stuk in het zuidwesten van het land.
Slide 14 - Tekstslide
Welke twee redenen had Edward III om de oorlog tegen de Franse koning te beginnen?
A
Engeland was overbevolkt en hij wilde zijn onderdanen laten emigreren naar Frankrijk
B
Hij wilde een monopolie op de handel in Franse wijn
C
Hij baalde van de Franse steun aan de Schotten
D
Hij was bang dat de handel met het Europese vasteland zou verminderen
Slide 15 - Quizvraag
De Honderdjarige Oorlog heeft 100 jaar geduurd.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
De Honderdjarige oorlog (2)
Hoewel het Franse leger veel groter was, won het Engelse leger de eerste gevechten. De Engelsen gebruikten namelijk huurlingen die erg licht bewapend waren, in plaats van de zwaar bewapende Fransen.
In 1346 stonden het Franse en Engelse leger tegenover elkaar bij Crécy. Fransen grote nederlaag (want heel veel Engelse boogschutters)
De Engelse longbows waren veel effectiever dan de Franse kruisbogen. Met hun grote handbogen konden die in hoog tempo pijlen op de Fransen afschieten, die zelfs een harnas konden doorboren. De Slag bij Crécy (1346) werd daarom door het Engelse leger gewonnen.
Slide 17 - Tekstslide
De slag bij Crécy was in 1346. In welke eeuw was dat?
A
12e eeuw
B
13e eeuw
C
14e eeuw
D
15e eeuw
Slide 18 - Quizvraag
De Honderdjarige oorlog (3)
In de jaren die volgen, laait de strijd regelmatig weer op, waarbij zowel de Engelsen en Fransen veldslagen winnen.
Rond 1420 ziet het er erg slecht uit voor de Fransen: grote delen van het land zijn door de Engelsen veroverd.
Een jong Frans meisje, Jeanne d'Arc, weet de Engelsen echter te verslaan bij Orléans (1429): vanaf dat moment worden de Engelsen uit Frankrijk verdreven.
In 1453 is deHonderdjarige oorlog voorbij.
Rond 1420 hadden de Engelsen grote delen van Frankrijk veroverd.
Slide 19 - Tekstslide
In 1423 sloot de Bourgondische hertog een verdrag met de Engelse koning tegen zijn eigen Franse koning en leenheer. Waarom?
A
De Engelse koningen waren eigenlijk Franse edelen
B
Hij wilde zo een vrede bereiken in Frankrijk
C
Hij wilde in vrede een Bourgondisch leven kunnen leiden
D
Hij wilde de macht van de Franse koning over Bourgondië verkleinen
Slide 20 - Quizvraag
Jeanne d'Arc
1412-1431
Toen ze 13 was, hoorde ze stemmen die haar vertelden dat ze de Fransen moest helpen bij de stad Orléans.
Karel VII gaf haar een leger, waarmee zij de Engelsen versloeg.
Een paar jaar later werd ze gevangen genomen en aan de Engelsen verkocht.
Die zeiden dat zij een heks was en verbrandden haar op de brandstapel
Toen ze dertien jaar was, hoorde ze stemmen in haar hoofd die haar zeiden dat ze de stad Orléans van de Engelsen moest bevrijden. De stemmen kwamen van God, geloofde Jeanne. Zonder het aan haar ouders te vragen, ging ze naar een stad in de buurt. Daar verbleef een Franse generaal, wist ze. Hij stuurde Jeanne naar de Franse koning Karel VII. Deze geloofde haar, en liet Jeanne een grote groep soldaten leiden. Met dit leger had Jeanne, toen pas zeventien jaar, veel succes. Maar een jaar later werd ze gevangengenomen en aan de Engelsen verkocht. Die sloten haar op en begonnen een rechtszaak tegen haar. Volgens de rechter waren de stemmen die Jeanne hoorde van de duivel en was ze dus een heks. Daarom werd ze levend verbrand.
Slide 21 - Tekstslide
Jeanne d'Arc
1412-1431
Dit Franse meisje hoorde stemmen die haar vertelden dat ze de Fransen moest helpen bij de stad Orléans.
De Franse koning gaf haar een leger, waarmee zij de Engelsen versloeg.
Een paar jaar later werd ze echter gevangen genomen en aan de Engelsen verkocht.
Die zeiden dat zij en heks was en verbrandde haar op de brandstapel
Jeanne krijgt een visioen
Jeanne wordt verhoord
Slag bij Orléans
Jeanne op de brandstapel
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Gevolgen van de oorlog
De Engelse koning was veel gebieden kwijtgeraakt, de Franse had er meer bij.
Het nationalisme werd sterker bij beide landen.
De Franse economie ging een stuk minder vlekkeloos, want daar was het meeste gevochten.
Frankrijk blijft voor het grootste gedeelte een standenmaatschappij, waarbij de geestelijkheid (1) meer macht heeft dan de adel (2), en de adel weer meer macht heeft dan de boeren (3).
Lodewijk XI was een koning die zijn enorm veel macht en invloed kreeg. ZIjn tegenstanders noemden hem wel eens 'de spin'. Omdat hij vanuit zijn web loerde en op het goede moment zijn tegenstanders in zijn 'web van macht' ving. Zie paragraaf 5.5.