Test yourself
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Translate the word between brackets
When you break your leg, you have to use (krukken)
When you break your leg, you have to use (krukken)
Slide 2 - Open vraag
Je wilt iets zeggen in het Engels:
Je voelt je duizelig, je hebt hoofdpijn en je hebt 3 hechtingen in je arm
Je voelt je duizelig, je hebt hoofdpijn en je hebt 3 hechtingen in je arm
Slide 3 - Open vraag
Vul in: Past continuous
I __________(walk) home when I saw him
I __________(walk) home when I saw him
Slide 4 - Open vraag
Vul in: Past continuous & past simple
I _______(watch) my favourite show when my dad _____(call) me
I _______(watch) my favourite show when my dad _____(call) me
Slide 5 - Open vraag
Translate the word between brackets
She has a (blauw oog)
She has a (blauw oog)
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
What did you see on the picture?
Slide 8 - Open vraag
Films & series: which words do you remember?
Slide 9 - Woordweb
Now it up to you!
Verzin een vraag die in de toets zou kunnen komen
Verzin een vraag die in de toets zou kunnen komen
Slide 10 - Open vraag
She is (teleurgesteld) in me
Slide 11 - Open vraag
Wat is een tijdsbepaling in de zin?
Slide 12 - Open vraag
vul in : present perfect
We _______(live) here since 2010
We _______(live) here since 2010
Slide 13 - Open vraag
Wat is het verschil tussen de past simple en present perfect?
