Quiz Fictie
1 / 10
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Fictie kun je onderverdelen in:
A
Geschreven en getekende verhalen
B
Echte verhalen en verzonnen verhalen
C
Gespeelde, getekende en geschreven verhalen
D
Kort verhaal en roman
Slide 2 - Quizvraag
Hoe heet het als de verhaalgebeurtenissen
vanuit het perspectief van verschillende personages wordt beleefd?
vanuit het perspectief van verschillende personages wordt beleefd?
A
Auctoriaal perspectief
B
Meervoudig perspectief
C
Ik-perspectief
D
Personaal perspectief
Slide 3 - Quizvraag
Welke 4 dingen kom je in een verhaal over een hoofdpersoon te weten?
Slide 4 - Open vraag
Wat is fout? Van een bijpersoon...
A
Krijg je veel minder informatie
B
Krijg je geen gedachten en gevoelens te weten
C
Weet je dat hij niet verandert en vaak voorspelbaar reageert
D
Weet je hoe, waar en met wie hij woont
Slide 5 - Quizvraag
Je leest gebeurtenissen altijd door de ogen van een personage, dit is vaak de hoofdpersoon. Hoe heet dit?
A
Fysiek perspectief
B
Psychisch perspectief
Slide 6 - Quizvraag
Op welke twee manieren kan een verhaal worden verteld?
Slide 7 - Open vraag
Wat wordt er bedoeld met het tijdsperspectief?
Slide 8 - Open vraag
Wat is geen voorbeeld van fictie?
A
Een leesboek
B
Een gedicht
C
Een recept
D
Een musical
Slide 9 - Quizvraag
Fictie is...
A
Alles wat verzonnen is
B
Alles wat echt is
