Stundenplan und Schreibwaren - 11. Februar 2020

Stundenplan und Schreibwaren
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Stundenplan und Schreibwaren

Slide 1 - Tekstslide

Lernziele dieser Stunde
Je kunt na deze les:
- begrijpen en inzien wat de meest gemaakte fouten zijn op de toets en waar je zelf a.h.v. je toets kunt verbeteren;
- je school, rooster, dag, lievelingsvak, etc. beschrijven (schriftelijk);
- je schrijfwaren beschrijven (schriftelijk);
- begrijpen hoe het Duitse schoolsysteem werkt.

Slide 2 - Tekstslide

Schule in Deutschland (1/2)


- wir lesen die E-mail über die Schule in Deutschland und besprechen sie. (J.1.) 

Slide 3 - Tekstslide

Bijzondere werkwoorden
Regel: als de stam eindigt op -m, -n, -d of -t, dan krijgen de vormen van 'du', 'er', 'sie', 'es' en 'ihr' een extra 'e'. 

Slide 4 - Tekstslide

Bijzondere werkwoorden
Regel: als de stam eindigt op -m, -n, -d of -t, dan krijgen de vormen van 'du', 'er', 'sie', 'es' en 'ihr' een extra 'e'. 
*ich rede                                       * wir reden
*du redest (niet: redst)           * ihr redet (niet redt)
*er/sie/es redet (niet: redt)   * Sie/sie reden

Slide 5 - Tekstslide

Schule in Deutschland (2/2)


- wir lesen den Text über das Schulsystem in Deutschland und besprechen sie (J.5.)

Slide 6 - Tekstslide

Schule in Deutschland (2/2)
- wir lesen den Text über das Schulsystem in Deutschland und besprechen sie (J.5.)

Gymnasium --> Abitur --> Uni
Realschule --> Realschulabschluss (mittlere Reife) --> Lehre / Berufsschule
Hauptschule --> Hauptschulabschluss --> Lehre

Slide 7 - Tekstslide

Die Prüfung...
1. verwarring met Frans
2. werkwoordsvervoegingen
3. precisie
4. inhoud schrijftekst
5. leestekst

Slide 8 - Tekstslide

1. Verwarring met Frans
- un <--> ein
- grau <--> gris
- braun <--> brün

Tip: contrasteer bij het leren de verschillende talen. Dus: wees je bewust van de verschillen tussen de talen!

Slide 9 - Tekstslide

2. Werkwoordsvervoegingen
- musst --> muss
- müsse --> muss
Soms zijn hele rijtjes fout opgeschreven....

Tip: Je hebt eerst de vervoegingen van de regelmatige, zwakke werkwoorden geleerd . Wees je bij het leren bewust van nu de 'ander soort' vervoegingen van bijv. de hulpwerkwoorden!

Slide 10 - Tekstslide

3. Precisie
- zweihundereinundzwanzig
- Mein Tante liebe Eis essen.
- Onkels

Prima toch.... of... valt er toch iets op?
Tip: Lees je zinnen en woorden zorgvuldig na. Heb je alles goed opgeschreven? Kloppen de vervoegingen?

Slide 11 - Tekstslide

4. Inhoud schrijftaak (1/2)
Ich habe einen Bruder und eine Schwester. Meine Schwester ist 10 Jahre alt. Mein Bruder ist 15 Jahre alt. Meine Eltern heißen Pim und Tanja. Mein Vater ist 51 Jahre alt, meine Mutter ist 49 Jahre alt. Meine Eltern sind lieb.

Slide 12 - Tekstslide

4. Inhoud schrijftaak (2/2)
Ich habe einen Bruder und eine Schwester. Meine Schwester ist 10 Jahre alt und sie liebt Klavier spielen. Sie ist musikalisch, aber mein Bruder nicht. Mein Bruder ist 15 Jahre alt und liebt Fußball spielen. Er ist ein bisschen chaotisch, aber lieb. Meine Eltern heißen Pim und Tanja. Meine Eltern sind auch lieb. Sie machen gerne Ausflüge. Wir gehen gerne zusammen ins Kino oder ins Restaurant. 

Slide 13 - Tekstslide

5. Leestekst
95%: alles goed!  
--> hoera! Ook als je verder veel fouten hebt gemaakt in je toets, kun je dus wel de Duitse taal begrijpen.

5%: veel fout 
--> waarom?

Slide 14 - Tekstslide

In het domein....
.... beschrijf je je school, rooster, dag, lievelingsvak, etc. beschrijven (schriftelijk);
.... doe je al je papieren in de map die je krijgt;
.... krijg je je toets en schrijf je op je toets wat je goed hebt gedaan, wat je beter kunt doen en hoe je dat de volgende keer gaat doen;
... maak je online paragraaf J af.

Slide 15 - Tekstslide

Voor volgende week....
.... maak je online de paragrafen F, G, H en I ;
.... maak je online de paragraaf J af;
.... leer je alle woorden uit de woordenlijst t/m 'die Schere'
.... leer je de vervoegingen van de werkwoorden 'reden' en 'antworten'.

Slide 16 - Tekstslide