4.1 Resultante kracht

Resultante kracht (4.1)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Resultante kracht (4.1)

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Begrip van en berekeningen met de resultante kracht maken.
  • Een begrip hebben en toepassing tonen dat versnelling bepaalt wordt door de resultante kracht.
  • Toepassing van het begrip dat als de resultante kracht gelijk is aan nul, dan zijn de voortstuwende 
     en terugwerkende krachten gelijk.

Slide 2 - Tekstslide

De eenheid van kracht is... (je noteert de kracht in...)
A
N
B
m/s
C
kg
D
m/s²

Slide 3 - Quizvraag

Een kracht heeft
A
een vector, grootte en richting
B
een vector, aangrijpingspunt en richting
C
een grootte, richting en aangrijpijngspunt
D
een pijl, richting en grootte

Slide 4 - Quizvraag

Krachten op een auto
             = duwkracht
             = wrijvingskracht

De duwkracht en wrijvingskracht zijn in de tegenovergestelde richting.                      is groter dan             dus                is naar rechts.


Fduw
Fw
Fduw
Fw
Fres

Slide 5 - Tekstslide

Resultante kracht laat snelheid veranderen
Als de duwkracht evengroot is als de wrijvingskracht, dan is de resultante kracht gelijk aan 0 N


Er is dan geen versnelling DUS
  • de auto staat stil OF
  • de auto heeft een constante snelheid
Fduw=Fw
Fres=0N

Slide 6 - Tekstslide

Kracht A is 250N en Kracht B is 400N.
Wat is de resultante kracht als de krachten in tegengestelde richting werken?
A
150 N
B
650 N
C
-150 N
D
-650 N

Slide 7 - Quizvraag

Resultante kracht laat snelheid veranderen
Als de duwkracht groter is dan de wrijvingskracht, dan is de resultante kracht groter dan 0 N
               > 

Dan is er een versnelling in de 
richting van de resultante kracht.
         Dit staat ook bekend als de eerste wet van Newton
    Fduw
    Fw

    Slide 8 - Tekstslide

    Resultante kracht laat snelheid veranderen
    Als er geen duwkracht meer is, dan blijft alleen de wrijvingskracht over, en dan is de 
    resultante kracht in de 
    tegenovergestelde richting 
    dan de beweging

                               De auto gaat dus vertragen

      Slide 9 - Tekstslide

      De blauwe krachten en de rode kracht ..
      A
      hebben dezelfde richting
      B
      hebben dezelfde werklijnen
      C
      hebben parallelle werklijnen
      D
      hebben hetzelfde aangrijpingspunt

      Slide 10 - Quizvraag

      Welke van de volgende krachten is geen tegenwerkende kracht.
      A
      normaalkracht
      B
      rolwrijving
      C
      zwaartekracht
      D
      luchtwrijving

      Slide 11 - Quizvraag

      Welke kracht is een tegenwerkende krachten?
      A
      Spierkracht
      B
      Voortstuwende kracht
      C
      Luchtwrijvingskracht
      D
      Zwaartekracht

      Slide 12 - Quizvraag

      Voorbeeld uit HAVO boek
      Bereken de wrijvingskracht

      Slide 13 - Tekstslide

      De wrijvingskracht is...

      Slide 14 - Open vraag

      Slide 15 - Tekstslide

      Slide 16 - Tekstslide

      Wat gebeurd er met Jules
      A
      hij vertraagd
      B
      hij houd dezelfde snelheid
      C
      hij versnelt
      D
      hij veranderd van richting

      Slide 17 - Quizvraag

      Slide 18 - Tekstslide

      De resultante en de richting van de snelheid
      Een resultante kracht kan 
      • de beweegrichting laten versnellen als het in de richting van de beweging is,
      • laten vertragen als het in de tegenovergestelde richting van beweging is
      • Van richting laten veranderen (denk maar aan een windstoot van de zijkant)

      Slide 19 - Tekstslide

      Slide 20 - Video

      Slide 21 - Video

      Slide 22 - Video

      Samenvatting:
      • Resultante kracht
                     - Resultante kracht = 0 dan is de snelheid 0 of constant
                     - Resultante kracht groter dan 0, dan is er versnelling in 
                         de richting van de kracht.

      Slide 23 - Tekstslide

      Huiswerk volgende week
      Opgaven 4.1 voortstuwen en tegenwerken

      Slide 24 - Tekstslide