BS 3 Het hart #2

Thema 3 Bloedsomloop
BS 3 Het hart

Leerdoelen:
  • Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.

  • 10 vragen
  • Totaal 19 punten
  • Cijfer = behaalde punten / 1,9
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 Bloedsomloop
BS 3 Het hart

Leerdoelen:
  • Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.

  • 10 vragen
  • Totaal 19 punten
  • Cijfer = behaalde punten / 1,9

Slide 1 - Tekstslide

Thema 3 Bloedsomloop
BS 3 Het hart

Leerdoelen:
  • Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.

1. (5p) Geef de namen van de onderdelen 2, 5, 8, 11, 13

Slide 2 - Tekstslide

2. (1p) Wat hoort bij de longader?
A
Zuurstofrijk
B
Zuurstofarm

Slide 3 - Quizvraag

3. (1p) Wat hoort bij de aorta?
A
Zuurstofrijk
B
Zuurstofarm

Slide 4 - Quizvraag

4. (1p) Wat hoort bij de holle ader
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 5 - Quizvraag

5. (1p) Wat hoort bij rechterboezem?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 6 - Quizvraag

6. (2p) Kies het juiste woord
* In de afbeelding kijk je naar de achterkant/voorkant van 
het hart.
* Links op papier is links/rechts in het lichaam.

Slide 7 - Tekstslide

7. (2p) Welk bloedvat heeft de dikste, meest elastische wand: de longslagader of de aorta? Leg je antwoord uit.

Slide 8 - Tekstslide

8. (2p) Zet de delen van de kleine bloedsomloop in de juiste volgorde:

a. Longader
b. Longslagader
c. Rechterkamer
d. Linkerboezem
e. Longen

 

Slide 9 - Tekstslide

9. (2p) Over de buitenkant van het hart lopen de kransaders en de kransslagaders.

Welke bevatten zuurstof?
A
Kransaders
B
Kransslagaders

Slide 10 - Quizvraag

10. (2p) 
Sommige mensen worden geboren met een hartaandoening. Bijvoorbeeld een opening tussen de rechter- en linkerkamer (zie afbeelding). 
Daardoor stroomt bloed vanuit de linkerkamer naar 
de rechterkamer.

Welk orgaan krijgt daardoor meer zuurstofrijk bloed?

Slide 11 - Tekstslide

Thema 3 Bloedsomloop
BS 3 Het hart

Leerdoelen:
  • Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.

  • 10 vragen
  • Totaal 19 punten
  • Cijfer = behaalde punten / 1,9

Slide 12 - Tekstslide