In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
V3, online les, week 16
HW opdracht 2 bespreken
§ 4.7
Slide 1 - Tekstslide
Bespreken
HW opdracht 2
Word document, maar eerst foto inleveren...
Slide 2 - Tekstslide
Lever een foto in van de huiswerkopdracht 2
Slide 3 - Open vraag
§ 3.6 & § 3.7
BOEK DICHT
Slide 4 - Tekstslide
Wat is het symbool van...
Jullie krijgen 3 namen te zien en moeten binnen 10 seconden het juiste symbool aangeven
Slide 5 - Tekstslide
Koper
A
C
B
Cu
C
K
D
CU
Slide 6 - Quizvraag
Stikstof
A
S
B
Ni
C
N
D
Si
Slide 7 - Quizvraag
Waterstof
A
H
B
W
C
He
D
O
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de naam van...
Jullie krijgen 3 symbolen te zien en moeten binnen 10 seconden de juiste naam aangeven
Slide 9 - Tekstslide
K
A
Koolstof
B
Calcium
C
Koper
D
Kalium
Slide 10 - Quizvraag
O
A
Zuurstof
B
Argon
C
Stikstof
D
Chloor
Slide 11 - Quizvraag
F
A
IJzer
B
Fluor
C
Fosfor
D
Zwavel
Slide 12 - Quizvraag
Wat is symbool/formule van...
Jullie krijgen 3 namen te zien en moeten binnen 20 seconden het juiste symbool of de juiste formule aangeven
Slide 13 - Tekstslide
ammoniak
A
CH4
B
NH3
C
Am
D
HNO3
Slide 14 - Quizvraag
Distikstofpentaoxide
A
N2O4
B
N2O5
C
2N5O
D
S2O5
Slide 15 - Quizvraag
propaan
A
CH4
B
C2H6
C
C3H8
D
C4H10
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de naam van...
Jullie krijgen 3 symbolen/formules te zien en moeten binnen 20 seconden de juiste naam aangeven
Slide 17 - Tekstslide
SO3
A
zwaveldioxide
B
zwavelpentaoxide
C
zwaveltetraoxide
D
zwaveltrioxide
Slide 18 - Quizvraag
H2O2
A
Waterstofperoxide
B
Water
C
Salpeterzuur
D
Waterstofzuurstof
Slide 19 - Quizvraag
H2SO4
A
Salpeterzuur
B
Zoutzuur
C
Zwavelzuur
D
Azijnzuur
Slide 20 - Quizvraag
§ 4.7 Brand blussen
Slide 21 - Tekstslide
Welke is geen voorwaarde voor een verbranding?
A
Brandstof
B
Lucifer
C
Zuurstof
D
Ontbrandingstemperatuur
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Welke blusmethoden neemt zuurstof weg?
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Video
Slide 30 - Tekstslide
Hoe kun je een benzine brand wel blussen?
Slide 31 - Open vraag
Slide 32 - Video
00:50
Welke verbrandingsvoorwaarde wordt hier weggenomen? Meerdere antwoorden mogelijk
A
brandstof
B
temperatuur
C
zuurstof
Slide 33 - Quizvraag
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Video
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Video
We zagen vlammen maar het biljet is onaangetast. Waarom?
A
De alcohol brandde en niet het papier
B
Het water bluste de brand
C
De temperatuur was niet hoog genoeg
D
geen van deze antwoorden
Slide 38 - Quizvraag
Slide 39 - Tekstslide
Werkt deze proef ook met 100% alcohol?
A
ja
B
nee
Slide 40 - Quizvraag
Slide 41 - Tekstslide
Eerder zagen we al de CO2 blusser en nu volgen de poeder en de schuimblusser
Slide 42 - Tekstslide
Slide 43 - Video
Slide 44 - Video
Welk verschil is er volgens jou tussen een poeder en een schuimblusser?
Slide 45 - Open vraag
Slide 46 - Tekstslide
Slide 47 - Tekstslide
Slide 48 - Video
Slide 49 - Tekstslide
Hierna volgt een rekenopdracht maak deze in je schrift en geef het antwoord door via een foto op de laatste slide
Slide 50 - Tekstslide
Tot slot nog een rekenopdracht.
Steenkool bestaat bijna helemaal uit koolstof. Ga er bij deze opgave vanuit dat steenkool C(s) is. Bij de volledige verbranding van steenkool komt koolstofdioxide vrij.
Massaverhouding koolstof : zuurstof = 3 : 8.
Lucht bevat 20 volume% zuurstof.
Bereken hoeveel liter lucht nodig is voor de verbranding van 5 gram steenkool. De dichtheid van zuurstof is 1,43 g/dm3.
Slide 51 - Tekstslide
Hoeveel liter lucht was er nodig? maak een foto of noteer de uitwerking hieronder