1.3.1. Je kunt beschrijven wat een grootheid is en je kan er drie voorbeelden van noemen.
1.3.2. Je kunt beschrijven wat een eenheid is en je kan er drie voorbeelden van noemen.
1.3.3. Je kent de grootheden en bijbehorende eenheden (incl. symbolen) die we dit jaar bij natuurkunde gebruiken.
1.4.1. Je kan eenheden omrekenen met voorvoegsels van micro t/m mega
1.4.2. Je kan tijden omrekenen van seconden t/m jaar