Can/could

Aan het einde van de les kun je
  • vertellen wat de 6 vraagwoorden zijn;
  • uitleggen wanneer je welk vraagwoord gebruikt 
  • Het verschil tussen  'can'   en   'could'  uitleggen


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Aan het einde van de les kun je
  • vertellen wat de 6 vraagwoorden zijn;
  • uitleggen wanneer je welk vraagwoord gebruikt 
  • Het verschil tussen  'can'   en   'could'  uitleggen


Slide 1 - Tekstslide

Weet jij al wat Engelse vraagwoorden zijn? Schrijf er zoveel mogelijk op.

Slide 2 - Open vraag

Wanneer gebruik je het?
  • Om vragen te stellen, kun je vragende voornaamwoorden gebruiken.
  • De vragende voornaamwoorden staan altijd aan het begin van de vraag.

Slide 3 - Tekstslide

Welke zijn er allemaal?

who
what
where
when
why
how
Welke zijn er allemaal?

wie
wat
waar
wanneer
waarom
hoe

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

The difference between 
Can and Could 

Slide 6 - Tekstslide

Can/Could
Beide vallen onder de categorie Hulpwerkwoorden 

Slide 7 - Tekstslide

Can/ can't

kunnen / niet kunnen


mogen /niet mogen


vragen of iets kan


vragen of iets mag ( aan bekenden)




Can / can't
Can you speak English?

You can borrow my pen

Can you help me?

Can I go now? ( hier kun je ook 'may' gebruiken)

Slide 8 - Tekstslide

Could/ Couldn't

verleden tijd van can 


 mogen of niet mogen  


zeggen dat iets zou kunnen zijn 

op een beleefde manier vragen of iets  zou kunnen of mogen 




Could / Couldn't
I could read when I was four

I couldn't do whatever  I wanted
It could be a cat 

Could  I have something to drink  please?

Slide 9 - Tekstslide

Can en Could
  • Can en could schrijf je ALTIJD hetzelfde ( dus GEEN  S bij he/she/it
  • Als je wilt zeggen dat (iemand) iets niet kan, gebruik je  cannot of  can't 
  • Als je wilt vragen of (iemand) iets kan , zet can of could vooraan in de zin. De rest van de zin blijft hetzelfde
  • Het is beleefd om could te gebruiken

Slide 10 - Tekstslide

.... you see those letters?
A
can
B
could

Slide 11 - Quizvraag

Vraag beleefd:
..... you repeat that please?
A
could
B
can

Slide 12 - Quizvraag

Vraag beleefd:
____ you tell me the way please?
A
Can
B
Could

Slide 13 - Quizvraag

Fill in the gap:
I am ill. I _______ come to your party, sorry.
A
can
B
can't
C
could

Slide 14 - Quizvraag

Fill in the gap:
It's very loud in here, I ______ hear you!
A
can
B
can't
C
could

Slide 15 - Quizvraag

Fill in the gap:
My dog _______ do some really cool tricks!
A
can
B
can't
C
could

Slide 16 - Quizvraag

Could you do your homework, please?
Lesson 4.5 - Exercises   1 till 9 +11
Page 158

Difficult? Watch the next video

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video