M&A werken in de kinderopvang Deel B
1 / 50
Lesduur is: 100 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Tot 4 jaar kunnen kinderen naar een crèche of kinderdagverblijf.
Wie zijn dat?
Wie zijn dat?
A
Baby, peuter, puber
B
Baby, kleuter, dreumes
C
Baby, dreumes, peuter
D
Dreumes, kleuter, puber.
Slide 2 - Quizvraag
Bram is 3 jaar oud en is dan een..
A
baby
B
kleuter
C
peuter
D
dreumes
Slide 3 - Quizvraag
Welke chronologische volgorde is juist?
A
Baby- puber - peuter - dreumes
B
Dreumes- baby - puber - kleuter
C
Baby- peuter - kleuter - puber
D
Dreumes- Baby - peuter - kleuter
Slide 4 - Quizvraag
geen groei, zorg voor kinderen
groei, leren rennen, leren praten
geslachtsorganen worden werkzaam
afronding van de hersenontwikkeling
gezichten herkennen
Baby
Peuter
Puber
Adolescent
Volwassene
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Tekstslide
De P in DKTP betekent:
A
Pokken
B
Polio
C
Pest
D
Puisten
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Het is mooi weer buiten.
Het regent.
Dennis is erg verdrietig
Levi kan goed klimmen
Maaike speelt met de poppen
Tygo maakt een mooie tekenning
OBJECTIEF
SUBJECTIEF
Slide 9 - Sleepvraag
Vraag 16 Wat hoort bij wat?
Feit
Mening
Objectief
Subjectief
Slide 10 - Sleepvraag
Wat is tutoyeren?
A
Beleefd zijn
B
Iemand met 'u' aanspreken
C
Jezelf voorstellen
D
Iemand met ‘je’ of 'jij' aanspreken
Slide 11 - Quizvraag
Een voordeel van flesvoeding is dat deze:
A
Altijd bij de hand is
B
Door iemand anders gegeven kan worden
C
Natuurlijke antistoffen bevat
D
Lichter verteerbaar is dan borstvoeding
Slide 12 - Quizvraag
Een voordeel van borstvoeding is:
A
het is altijd aanwezig
B
goede band met de moeder
C
altijd de juiste temperatuur
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 13 - Quizvraag
Kan een baby in de kinderopvang moedermelk krijgen, zonder dat de moeder erbij is?
A
Nee, de moeder is nodig om borstvoeding te geven
B
Nee, in een kinderdagverblijf krijgt de baby altijd kunstmatige melk
C
Ja, de moeder kan de gekolfde melk in een flesje meegeven
D
Ja, je kunt gewoon moedermelk kopen in de winkel
Slide 14 - Quizvraag
Wat is bijvoeding?
A
Extra water voor je de baby
B
Vast voedsel dat de baby krijgt naast de fles of borstvoeding
C
Voeding dat veel zout en nitraat bevat
D
Kunstvoeding
Slide 15 - Quizvraag
Schoonmaakregels:
Werk van boven naar beneden?
Werk van boven naar beneden?
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Waar staat 'GFT' voor?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Welke 6 plaatsen kun je temperatuur meten?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Hoe noem je dit?
A
Oorthemometer
B
Luchtdrukmeter
C
Digitale Thermometer
D
Normale Thermometer
Slide 22 - Quizvraag
Waar meet je de temperatuur
met deze thermometer?
met deze thermometer?
A
Onder de tong
B
Onder de oksel
C
In het oor
D
In het rectum
Slide 23 - Quizvraag
Vanaf wanneer moet je de tanden van een kind poetsen?
A
Vanaf dat ze kleuter zijn
B
Als ze echt heel vies zijn en een beetje bruin worden
C
Vanaf dat ze tanden krijgen
D
Als ze dat zelf kunnen
Slide 24 - Quizvraag
Wat doet 'fluor' of 'fluoride' in tandpasta?
A
doet gaatjes verdwijnen
B
versterkt het tandglazuur
C
doodt schadelijke bacteriën in de mond
D
voorkomt tandplak
Slide 25 - Quizvraag
Bij kinderen moet je tot welke leeftijd napoetsen ?
(minimaal 1x per dag)
(minimaal 1x per dag)
A
5 jaar
B
10 jaar
C
7 jaar
D
4 jaar
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Video
Slide 28 - Tekstslide
Waarom is het beter of voor
peuter en kleuters aparte
tandpasta te gebruiken?
peuter en kleuters aparte
tandpasta te gebruiken?
A
Daar zit minder 'fluoride' in
B
Daar zit minder suiker in
C
Daar zit meer 'fluoride' in
D
Dat maakt de tanden beter schoon
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Tekstslide
Fijne motoriek
Slide 31 - Woordweb
Wat betekend grove motoriek
Slide 32 - Open vraag
Slide 33 - Tekstslide
A
grove motoriek
B
fijne motoriek
Slide 34 - Quizvraag
Welke motoriek zie je?
A
Fijne motoriek
B
Grove motoriek
Slide 35 - Quizvraag
Welke motoriek zie je?
A
fijne motoriek
B
grove motoriek
Slide 36 - Quizvraag
Hier zie je een...…...motoriek
A
Fijne motoriek
B
Grove motoriek
C
Algemene motoriek
D
Kleine motoriek
Slide 37 - Quizvraag
Grove of fijne motoriek?
'KNIPPEN'
'KNIPPEN'
A
grove/grote motoriek
B
fijne/kleine motoriek
Slide 38 - Quizvraag
A
grove motoriek
B
fijne motoriek
Slide 39 - Quizvraag
Een baby gaat zelf zitten. Fijne of grove motoriek?
A
Fijne
B
Grove
Slide 40 - Quizvraag
A
fijne motoriek
B
grove motoriek
Slide 41 - Quizvraag
Bij welke activiteiten maak je gebruik van de fijne motoriek en grove motoriek? Sleep de activiteiten die vallen onder fijne/grove motoriek naar de juiste vakken.
Fijne motoriek
Grove motoriek
Appels schillen
Fotograferen
Handballen
Mountainbiken
Sms’en
Tanden poetsen
Hardlopen
Nagels knippen
Veters strikken
Slide 42 - Sleepvraag
Slide 43 - Tekstslide
Slide 44 - Tekstslide
Door zijn slechte gehoor heeft Teun een achterstand opgelopen in zijn ontwikkeling. Bij welk gebied van zijn ontwikkeling hoort dit?
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Geestelijke ontwikkeling
C
Sociaal-emotionele ontwikkeling
D
Sociale ontwikkeling
Slide 45 - Quizvraag
Voor welke ontwikkeling is het spelen met een bal goed?
A
De lichamelijke ontwikkeling
B
De geestelijke ontwikkeling
C
De sociaal-emotionele ontwikkeling
Slide 46 - Quizvraag
Leren omgaan met verdriet valt onder de ……. ontwikkeling
A
cognitieve
B
sociale
C
lichamelijke
D
emotionele
Slide 47 - Quizvraag
Leren rekenen valt onder de ….. ontwikkeling
A
cognitieve
B
sociale
C
lichamelijke
D
emotionele
Slide 48 - Quizvraag
Memory doen is goed voor het geheugen. Dit valt onder de cognitieve ontwikkeling.
A
waar
B
niet waar
