6 Vwo Economie par. 15.4

15.16a
Y = 2/3 x ( Y - 0,25Y ) + 75 -400r + 55 + 90
Y = 0,5Y -400r + 220
0,5Y = -400r + 220
Y = 1/0,5 x ( -400r + 220 )
Y = -800r + 440

Y = -800 x 0,05 + 440 = 400
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

15.16a
Y = 2/3 x ( Y - 0,25Y ) + 75 -400r + 55 + 90
Y = 0,5Y -400r + 220
0,5Y = -400r + 220
Y = 1/0,5 x ( -400r + 220 )
Y = -800r + 440

Y = -800 x 0,05 + 440 = 400

Slide 1 - Tekstslide

15.16a
Bestedingsevenwicht: Y = Y*
 π = π-1 + k x ( Y - Y* )
= π-1 + k x ( 400 - 400 )
= π-1 
= 1%

Slide 2 - Tekstslide

15.16b
Y = 1/0,5 x ( -400r + 220 )
Y = -800r + 440

Multiplier = 1/0,5 = 2
Toename Oo = 30, dus Y stijgt met 60
Y = -800r + 500

Slide 3 - Tekstslide

15.16b
 π = π-1 + k x ( Y - Y* )
= 0,01 + 0,0003 x ( 460 - 400 )
= 0,028 
= 2,8%

Slide 4 - Tekstslide

15.16c
0,025 = 0,028 + 0,0003 x ( Y - 400 )
 0,028 + 0,0003 x ( Y - 400 ) = 0,025
0,0003 x ( Y - 400 ) = -0,003
Y - 400 = -10
Y = 390

Slide 5 - Tekstslide

15.16cd
Y = -800r + 500
-800r + 500 = 390
-800r = -110
r = 0,1375 
13,75%

I = -400 x 0,1375 + 55 = 0

Slide 6 - Tekstslide

 15.17
1
2
3
GA curve naar beneden
inflatie naar beneden
IS curve naar links
MB curve naar beneden

Slide 7 - Sleepvraag

In een situatie van onderbesteding geldt ...(1).
Het grote nadeel van deze situatie is ...(2)
A
1> EV < Y* 2> inflatie
B
1> EV < Y* 2> werkloosheid
C
1> EV > Y* 2> inflatie
D
1> EV > Y* 2> werkloosheid

Slide 8 - Quizvraag

In een situatie van onderbesteding zou de overheid kunnen overwegen om de belastingen te ...(1) of om de eigen overheidsbestedingen te ...(2)
A
1 verlagen 2 verlagen
B
1 verlagen 2 verhogen
C
1 verhogen 2 verlagen
D
1 verhogen 2 verhogen

Slide 9 - Quizvraag

Beleid overheid bij bijvoorbeeld onderbesteding:
anti-cyclisch begrotingsbeleid
- belastingen verlagen
- overheidsbestedingen verhogen

let op: - multiplierwerking
- openheid economie


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Automatische stabilisatoren
Bij meer werkloosheid dalen de inkomens niet naar 0 door de sociale zekerheid. Bestedingen dalen minder snel

Bij ruime arbeidsmarkt kunnen de lonen niet onder het minimumloon dalen. Bestedingen dalen minder snel

Bij krappe arbeidsmarkt stijgen de lonen, maar ook het gemiddeld belastingpercentage. Bestedingen stijgen minder snel

Slide 13 - Tekstslide

Inverdieneffect
Begrotingsbeleid heeft invloed op begrotingssaldo overheid
Stimulans via hogere overheidsbestedingen leidt tot een groter begrotingstekort.

Maar Oo stijgt ---> Y stijgt ---> B stijgt

Dus deel hogere bestedingen wordt terugverdiend via hogere B

Slide 14 - Tekstslide

Uitverdieneffect
Begrotingsbeleid heeft invloed op begrotingssaldo overheid
Afremmen via lagere overheidsbestedingen leidt tot een beter begrotingssaldo.

Maar Oo daalt ---> Y daalt ---> B daalt

Dus deel lagere bestedingen wordt tenietgedaan via lagere B

Slide 15 - Tekstslide

In de praktijk werkt de overheid vaak procyclisch.

Bijvoorbeeld als de economie heel goed draait en er veel belastingen binnenkomen, kan de overheid eindelijk de salarissen in de zorg verhogen

Slide 16 - Tekstslide

Hw.
Opgaven 15.21 en 15.22

Slide 17 - Tekstslide

15.21
Het aantal faillissementen heeft een ...(1) effect op de welvaart en is dus ...(2) dan het voorgaande jaar
A
1> negatief 2> lager
B
1> negatief 2> hoger
C
1> positief 2> lager
D
1> positief 2> hoger

Slide 18 - Quizvraag

15.22a
Inzakkende wereldconjunctuur leidt niet tot
A
lagere werkloosheid
B
lagere lonen
C
lagere inflatie
D
lager consumentenvertrouwen

Slide 19 - Quizvraag

15.22c
Deflatie leidt tot
A
meer bestedingen
B
meer investeringen
C
beide
D
geen van beide

Slide 20 - Quizvraag