In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Eisen aan een kaart
Let op! Je hebt oortjes nodig voor deze les!
Aardrijkskunde
Slide 1 - Tekstslide
In de afbeelding hiernaast staat
A
Een schaalstok
B
Een noordpijl
C
Een legenda
D
Topografie
Slide 2 - Quizvraag
Ik kan kaartlezen
Yup!
Makkelijk!
Nog niet
Ik denk het wel
Wat is dat?
Slide 3 - Poll
Leren:
✅ wat is een kaart
✅ waarvoor gebruik je
kaarten
✅ 4 dingen die je nodig hebt
om een kaart te lezen
✅ schaal berekenen
✅ begrippen
Slide 4 - Tekstslide
Begrippen:
✅ gebied
✅ kaart
✅ kaartlezen
✅ legenda
✅ noordpijl
✅ windrichtingen, windroos
✅ titel
Slide 5 - Tekstslide
Gebieden en kaarten
Gebied = stuk aardoppervlak
Kaart = verkleinde tekening van een gebied
Waarom gebruik je een kaart?
Bijvoorbeeld:
- namen van plaatsen, rivieren of gebergten
- waar wonen de meeste mensen
- waar zijn wegen of vliegvelden
Slide 6 - Tekstslide
kaart Deurne en omgeving
Je ziet de kaart van Deurne en omgeving
Welke informatie geeft deze kaart?
Slide 7 - Tekstslide
Wat heb je nodig voor kaartlezen?
1- titel: wat is het onderwerp?
2- noordpijl: waar is het noorden?
3- legenda: uitleg kleuren en symbolen
4- schaal: hoeveel verkleind is het gebied
Slide 8 - Tekstslide
Soms staat er geen noordpijl op de kaart, hoe weet je dan waar het noorden is?
Slide 9 - Open vraag
N
Sleep de windrichtingen naar de juiste plaats bij de windroos.
Oosten
Zuiden
Westen
Slide 10 - Sleepvraag
Begrip: Schaalstok
A
Een stok waarmee je schaaldieren kunt vangen
B
Een schaal waarmee je aardbevinden kunt meten
C
Een lijst met de betekenis van kaarttekens en
kleuren
D
Een maatstok waarmee je snel afstanden op een
kaart kunt schatten of berekenen
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent: 'De schaal is 1:20 ?'
A
Dat 1 cm in het echt 20 cm op de tekening is
B
Dat 1 cm op de tekening 20 cm in het echt is
C
Dat je 1 moet delen door 20 om de schaal te berekenen
Slide 12 - Quizvraag
Als je de schaal wilt berekenen van cm naar km, haal je...
A
5 nullen weg
B
4 nullen weg
C
6 nullen weg
D
3 nullen weg
Slide 13 - Quizvraag
Op welke twee manieren kan de schaal op een kaart weergegeven worden?
A
Met kleuren en een legenda.
B
Met een getal en een schaalstok.
C
Met een schaalstok en een windroos.
D
Met een legenda en een getal.
Slide 14 - Quizvraag
Wat is dit?
A
een schaalstok
B
een noordpijl
C
een windroos
D
een kaart
Slide 15 - Quizvraag
Welke 4 onderdelen horen er op een kaart
A
Titel, schol, legenda en schaal
B
Titel, schaal, legenda en noordpijl
C
Titel, schaal, legenda en
schaalstok
D
Noordpijl, schol, legenda en schaalstok
Slide 16 - Quizvraag
Op een … staan alle windrichtingen
A
Windroos
B
Noordpijl
C
Legenda
D
Schaalstok
Slide 17 - Quizvraag
Wat kan ik niet vinden in deze legenda?
A
bergen
B
water
C
bossen
D
vuurtoren
Slide 18 - Quizvraag
Wat mist in deze kaart?
A
Schaal
B
Noordpijl
C
Titel
D
Legenda
Slide 19 - Quizvraag
Waar zie je een legenda?
A
B
C
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een legenda?
A
De uitleg hoe je de kaart kunt gebruiken.
B
De verklaring van de kleuren, tekens en symbolen op de kaart.
C
Een beschrijving van de plaatsen op de kaart.
D
Hokjes onder de kaart waarin de gebruikte kleuren staan.
Slide 21 - Quizvraag
Wat mist in deze kaart?
A
Schaal
B
Noordpijl
C
Legenda
D
Titel
Slide 22 - Quizvraag
Welk antwoord is de noordpijl?
A
B
C
D
Slide 23 - Quizvraag
Bekijk het filmpje
... op de volgende pagina. Doe even oortjes in!
Slide 24 - Tekstslide
0
Slide 25 - Video
De schaal op een kaart is 1: 200.000. De afstand tussen plek A en plek B is 11 cm. Wat is de werkelijke afstand in km? Noteer de berekening en sluit af met: de afstand tussen plaats A en B is dus... (en dan het antwoord ;-))