Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
doelen formuleren
Nederlands
Doelen formuleren
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
40 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nederlands
Doelen formuleren
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
- Je leert hoe je een informatieve tekst schrijft.
- Je leert hoe je een tekst indeelt.
- Je leert hoe je woorden afwisselt met verwijswoorden.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog?
Slide 3 - Tekstslide
Aan wie stuur je een zakelijke e-mail?
A
Aan iemand die je persoonlijk kent
B
Aan iemand die je niet persoonlijk kent
Slide 4 - Quizvraag
Bij formele taal gebruik je: jij, je, let je niet op spelling en schrijf je zoals je spreekt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
In een verslag zet je alleen belangrijke gebeurtenissen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Een synoniem is ...
A
een woord dat naar iets in de tekst verwijst.
B
een woord dat letterlijk iets of iemand aanwijst.
C
een woord dat verwijst naar een persoon die iets vraagt.
D
een ander woord met ongeveer dezelfde betekenis.
Slide 7 - Quizvraag
Je zet achter een titel altijd een punt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
In welke tijd schrijf je een verslag?
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordige tijd
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Een verslag, nieuwsbericht en een leertekst hebben als doel ...
A
om de lezer te amuseren.
B
om de lezer te overtuigen.
C
om de lezer te informeren.
D
om te lezer te activeren.
Slide 11 - Quizvraag
In welke delen verdeel je
een informatieve tekst?
Slide 12 - Woordweb
In welk deel van een informatieve tekst kun je eventueel ook je mening geven?
A
Inleiding
B
Kern
C
Slot
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Zijn de-woorden en het-woorden enkelvoudig of meervoudig?
A
Enkelvoudig
B
Meervoudig
Slide 17 - Quizvraag
Als er een 'v' bij een woord in een woordenboek staat moet je hij/hem gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Hoe vond je de les gaan?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 19 - Poll
Meer lessen zoals deze
4.4 schrijven en formuleren les 1 t/m 3
Februari 2024
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
M1 NE paragraaf 4.4 schrijven en formuleren
Mei 2021
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
4.4
April 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
M1 NE paragraaf 4.4 Schrijven en formuleren (week 7)
Februari 2021
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
M1 NE paragraaf 4.4 Schrijven en formuleren (week 7)
Maart 2022
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
H4.4 informatieve tekst 1B
Juni 2021
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
4.4 Schrijven en formuleren les 2 1KGT
Maart 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
4.4 Schrijven en formuleren les 1 1BK
Maart 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1