5.3 Beelden maken met een lens

5.3 Beelden maken met een lens

Boeken en tablet op tafel
Tassen op de grond
Rustig praten tot les begint
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

5.3 Beelden maken met een lens

Boeken en tablet op tafel
Tassen op de grond
Rustig praten tot les begint

Slide 1 - Tekstslide

Upload hier je foto

Slide 2 - Open vraag

Doelen voor vandaag
Je kan twee soorten lenzen tekenen
Je kan de begrippen 'convergerend en divergerend' koppelen aan de bolle- en holle lens
Je kan een convergerende- en divergerende lichtstralen tekenen
Je kan het verschil benoemen tussen 'brandpunt' en "brandpuntafstand'
Je kan met drie constructiestralen een beeld tekenen

Slide 3 - Tekstslide

Bolle lens
Een bolle lens noemen
we een positieve lens

Positieve lens is in het
midden dikker dan aan
de rand

Slide 4 - Tekstslide

Positieve lens = bolle lens
Een positieve (bolle) lens heeft een convergente werking

Lichtstralen gaan naar elkaar toe

Er ontstaat een brandpunt

Slide 5 - Tekstslide

Positieve (bolle) lenzen





met een positieve lens kan je een klein voorwerp verkleind- of vergroot afbeelden

Slide 6 - Tekstslide

Holle lenzen
Holle lens wordt een negatieve
lens genoemd

Een negatieve lens is in het
midden dunner dan aan de rand

Slide 7 - Tekstslide

Negatieve lens = holle lens lens
Een negatieve (holle) lens heeft een divergente werking

Lichtstralen gaan uit elkaar

Er ontstaat geen ZICHTBAAR brandpunt

Slide 8 - Tekstslide

Negatieve (holle) lenzen





met een negatieve lens kan je een groot voorwerp verkleind afbeelden

Slide 9 - Tekstslide

Bolle lens / positieve lens

convergerende werking (lichtstralen worden naar elkaar toe gebogen)

Hoe sterker de lens (boller) hoe sterker de convergerende werking.
Lichtstralen worden naar elkaar toe gebogen
Holle lens / negatieve lens

divergerende werking (lichtstralen worden uit elkaar gebogen)

Hoe sterker de lens (holler), hoe sterker de divergerende werking.
Lichtstralen worden uit elkaar gebogen

Slide 10 - Tekstslide


Bij een sterkere negatieve lens is de werking
A
een grotere divergerende werking
B
een kleinere convergerende werking
C
een grotere convergerende werking
D
een kleinere divergerende werking

Slide 11 - Quizvraag

Juist of onjuist
Bij een convergerende werking gaan de lichtstralen uit elkaar.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Juist of onjuist
Een bolle lens is in het midden smaller dan aan de rand.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Juist of onjuist
Met holle lenzen kun je zowel vergroten als verkleinen.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Een vergrootglas is een bolle lens.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Simulatie
https://phet.colorado.edu/sims/html/geometric-optics/latest/geometric-optics_all.html?locale=nl

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiten
Weektaak: 5.3: opdracht 2 tot en met 9

Slide 18 - Tekstslide