COM 3 Beroepshouding

• Professionele Communicatie
• MBO
• Studiejaar 1

Professionele Communicatie

Beroepscode en Beroepsprofiel

Beroepscode – wat?

Uitgangspunten met betrekking tot de beroepsuitoefening

1. De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de zorgvrager
   
2. De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot andere zorgverleners
   
3. De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de samenleving
   

Normen en waarden

Gedragsregels

Waarden in de beroepscode

respect;

empathie;

echtheid;

openstaan;

betrokkenheid;

reactief handelen;

proactief handelen.

Wat is empathie?

1. dat je mee gaat huilen als iemand een zielig verhaal vertelt
2. je vertelt dat je zelf ook een keer zoiets hebt meegemaakt
3. een ander woord voor oogcontact
4. je luistert en probeert je in te leven

Wat betekent reactief zijn?

1. Je hebt er geen zin in en blijft liever in bed
2. Je maakt bewuste keuzes in het leven
3. Je treedt graag op de voorgrond
4. Je maakt beslissingen op basis van impulsen. Je denkt niet na voordat je iets doet.

Wat is een voorbeeld van proactief zijn?

1. Wachten tot de ander jou wat vraagt
2. Een voorstel doen
3. Vragen stellen als je iets niet begrijpt
4. Accepteren wat gebeurt

wat is betrokkenheid?

1. voor je zelf opkomen
2. je kunnen inleven in de ander
3. graag willen werken met mensen
4. naar eer en geweten handelen

Free learning

• Maak van onderstaande link (QR code) de free learning module over beroepshouding.
  
• https://www.free-learning.nl/modules/beroepshouding/start.html
  

Rechten van de zorgvrager

• Er is altijd sprake van een Behandelingsovereenkomst; de WGBO (Wet Geneeskundige Behandelovereenkomst);
• De zorgvrager heeft informatie recht;
  
• De zorgvrager heeft recht op Privacy;
  
• De zorgvrager heeft recht op Geheimhoudingsplicht.
  

Wat wordt er bedoeld met Coping?

1. Emotionele status.
2. Het omgaan met problemen.
3. Draagkracht
4. Draaglast

Wat betekent: het coping gedrag van een patiënt?

1. De manier waarmee een patiënt met de ziekte niet weet om te gaan
2. De manier waarmee een patiënt alles te weten wil komen over zijn of haar ziekte
3. De manier waarmee een patiënt met de ziekte weet om te gaan

Afweermechanisme

Rationalisatie: roken is slecht voor me, maar er zijn zoveel dingen slecht voor me.

Projectie: medelijden met een ander hebben, maar eigenlijk medelijden met jezelf hebben.

Ontkenning: 'met mij gaat het prima, hoor’, terwijl dit gezien de omstandigheden niet waar kan zijn.

Verdringing: je wilt er niet over praten omdat het je anders te veel wordt.

Regressie: is op een kinderachtige manier aandacht vragen. Niet passend bij de leeftijd.

Welk afweermechanisme hoort bij:
Je hebt een rotdienst gehad op je werk en snauwt thuis je familie af

1. Rationalisering
2. Identificatie
3. Uitstellen
4. Projectie

Afweermechanisme

Rationalisatie: roken is slecht voor me, maar er zijn zoveel dingen slecht voor me.

Projectie: medelijden met een ander hebben, maar eigenlijk medelijden met jezelf hebben.

Ontkenning: 'met mij gaat het prima, hoor’, terwijl dit gezien de omstandigheden niet waar kan zijn.

Verdringing: je wilt er niet over praten omdat het je anders te veel wordt.

Regressie: is op een kinderachtige manier aandacht vragen. Niet passend bij de leeftijd.

Piet is net afgewezen voor zijn sollicitatie. Piet zegt daarna dat hij het ook een saai bedrijf vond. Van welk afweermechanisme is hier sprake?

1. Verdringing
2. Rationalisatie
3. Ontkenning
4. Projectie

Als iemand iets heeft meegemaakt wat hij totaal niet meer weet is dit het afweermechanisme

1. Verdringing
2. Rationalisering
3. Ontkenning
4. Projectie

Klaas heeft moeite met de scheiding van zijn ouders, sinds zijn vader ergens anders woont, plast hij weer in bed.
Over welk afweermechanisme hebben we het hier?

1. Verdringing
2. Rationalisatie
3. Ontkenning
4. Regressie