Wat: Lees eerst de tekst van paragraaf 4.3 op blz. 30 aandachtig door.
Maak vervolgens opdracht 4.10 en 4.11 op blz. 31.
Tijd: Jullie krijgen hier 15 minuten voor.
Hulp: Eerst lezen en rustig overleggen dan vraag je het aan de docent. Kijk goed naar het voorbeeld op blz. 30!
Klaar?: Maak opdracht 4.12 op blz. 31.