In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 8 - Sociale veranderingen in het bindingsvraagstuk.
§8.1 Casus: twee geloven in een rijk.
§8.2 Analyse: sociale cohesie, cultuur en sociale institutie.
§8.3 Theorie: paradigma's over sociale cohesie.
§8.4 Ideologie: confessionalisme en fascisme.
§8.5 Oplossing en ontwikkeling: naties en natievorming.
Slide 1 - Tekstslide
Ouders die hun kinderen zakgeld geven, hen helpen met huiswerk en met hen praten over de politiek in Nederland hebben met hun kinderen een: I. affectieve binding. II. economische binding. III. cognitieve binding. IV. politieke binding.
A
Alleen I is juist.
B
I, III en IV zijn juist.
C
I, II en III zijn juist.
D
Alle antwoorden zijn juist.
Slide 2 - Quizvraag
§8.1 Casus
Ondertekening Plakkaat van Verlatinghe (1581)
Wat heeft dit te maken met het begrip "imaginaire orde"?
Slide 3 - Tekstslide
§8.1 Casus
Bladzijden
Opdrachten
Tekstboek
44,45
Werkboek
45
1.1, 1.2, 1.4, 1.5, 1.6,
Slide 4 - Tekstslide
§8.2 Analyse
Slide 5 - Tekstslide
Ware gelovigen
Vermoedelijk hebben verscheidene lezers een ongemakkelijk gevoel gekregen bij de voorafgaande alinea’s. De meeste moderne mensen hebben geleerd om zo te reageren. Het is makkelijk te accepteren dat de Code van Hammurabi een mythe was, maar we willen niet horen dat mensenrechten ook een mythe zijn. Als mensen beseffen dat mensenrechten alleen bestaan in onze verbeelding, lopen we dan niet het risico dat onze samenleving zal instorten? Voltaire zei over God: ‘Er is geen God, maar vertel dat vooral niet aan mijn dienaar, anders vermoordt hij me straks nog in mijn slaap.’
§8.2 Analyse
Slide 6 - Tekstslide
Als religie niet meer het bindmiddel van de samenleving is, wat dan wel?
Slide 7 - Open vraag
§8.2 Analyse
Bladzijden
Opdrachten
Tekstboek
46 t/m 48
Werkboek
46 t/m 49
2.5, 4.1, 4.2, 4.4, 4.5 (maak bij 4.5 een duidelijk model, foto inleveren op volgende slide)
Slide 8 - Tekstslide
Plaats je foto van opdracht 4.5.
§8.2 Analyse
Slide 9 - Open vraag
§8.3 Theorie
Paradigma's, conflict en samenwerking
Paradigma's
Rationele actor paradigma
(conflict/actoren)
Conflict paradigma
(conflict/structuren)
Sociaal-constructivisme paradigma
(consensus/actoren)
Functionalisme paradigma
(consensus/ structuren)
Algemene betekenis
Samenleving bestaat uit mensen die hun eigen belangen nastreven (economisch denken).
Samenleving komt voort uit conflicten tussen mensen en groepen.
Samenleving komt voort uit denkbeelden en handelingen van individuele mensen.
Samenleving is als een lichaam. Elk onderdeel heeft een functie en samen vormen één systeem.
Betekenis voor concepten samenwerking & conflict
Actoren onderhouden bindingen met anderen als ze er voordeel uit hebben.
Afwezigheid van sociale cohesie door ongelijkheid en uitbuiting staat centraal. Sommige groepen passen niet bij de dominante cultuur.
Sociale cohesie wordt bestudeerd mbv objectieve en subjectieve indicatoren. Actoren hebben meerdere identiteiten.
Sociale cohesie houdt groepen bij elkaar. Groepen zorgen er voor dat de samenleving bijeen blijft.
Slide 10 - Tekstslide
§8.3 Theorie
Bladzijden
Opdrachten
Tekstboek
49 t/m 52
Werkboek
52 t/m 56
6.8, 9.1 t/m 9.7
Slide 11 - Tekstslide
§ 8.4 Ideologie
Fascisme als alternatief van het confessionalisme?
Slide 12 - Tekstslide
§ 8.4 Ideologie
Salafisme
Slide 13 - Tekstslide
§8.4 Ideologie
Bladzijden
Opdrachten
Tekstboek
53 t/m 55
Werkboek
57 t/m 59
10.5, 12,1 t/m 12,3
Slide 14 - Tekstslide
§8.5 Oplossing
Natie of de Staat als lijm van de samenleving
Bindingen -> Sociale cohesie >Natie> Staat (nationalistisch)