Herhaling H5 - Migratie

Pushfactor
Pullfactor
Minder kans op natuurrampen
Voldoende werkgelegenheid
Droogte
Oorlog
Armoede
Familie en vrienden
1 / 15
volgende
Slide 1: Sleepvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pushfactor
Pullfactor
Minder kans op natuurrampen
Voldoende werkgelegenheid
Droogte
Oorlog
Armoede
Familie en vrienden

Slide 1 - Sleepvraag

Welke uitspraak is juist?
I. In het buitenland geboren New Yorkers wonen gelijkmatig verspreid over de stad.
II. In het buitenland geboren New Yorkers wonen (op basis van achtergrond) in bepaalde delen van de stad.
A
I
B
II

Slide 2 - Quizvraag

Welke twee uitspraken over internationale migratie worden op deze kaart bevestigd?

1 De meeste migratie is binnenlandse migratie.
2 De meeste migratie is buitenlandse migratie.
3 Internationale migratie is vaak gericht op buurlanden.
4 Internationale migratie is vaak gericht op andere
werelddelen.

A
1 en 4
B
1 en 3
C
2 en 4
D
2 en 3

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen gezinsvorming en gezinshereniging?

Slide 4 - Open vraag

Waarom is juist de lijn van migranten die asiel aanvragen het meest wisselend?

Slide 5 - Open vraag

Sleep de juiste fases naar de juiste plek in het model. 
Men wil wel, maar kan niet
Men wil wel en kan ook
Men kan nog wel, maar wil niet meer
Beperkte migratie
Migratiepiek
Afnemende migratie en retourmigratie

Slide 6 - Sleepvraag

Noem een demografisch gevolg van migratie voor de herkomstgebieden.

Slide 7 - Open vraag

Stijgt het welvaarts- en opleidingsniveau, dan worden de aspiraties om te migreren in principe ook groter.

A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Multiculturele samenleving
segregatie
acculturatie
integratie
Migranten en niet-migranten nemen cultuurelementen van elkaar over
Bestaan van verschillende culturen binnen een samenleving die met elkaar samenleven
Het (ruimtelijk) gescheiden leven van groepen mensen
Proces waarbij door contacten met een andere cultuur de bestaande cultuur verandert 

Slide 9 - Sleepvraag

Is er in Nederland meer emigratie of immigratie?
A
emigratie
B
immigratie

Slide 10 - Quizvraag

Zet de volgende migrantengroepen in volgorde van komst naar Europa.
1 Gastarbeiders uit Turkije, Marokko, Algerije, Tunesië naar Noordwest-Europa
2 Polen naar Duitsland
3. Asielzoekers uit het Midden-Oosten naar verschillende landen in Europa
4 Gastarbeiders uit Turkije, Marokko, Algerije en Tunesië naar Zuid-Europa
5 Mensen uit Pakistan en India naar het Verenigd Koninkrijk
A
5 - 1 - 3 - 2 - 4
B
4 - 5 - 1 - 2 - 3
C
5 - 1 - 4 - 2 - 3
D
3 - 5 - 1 - 3 - 2

Slide 11 - Quizvraag

Veel gastarbeiders kwamen vanaf '60 in NL werken. Waarom werden zij 'gastarbeiders' genoemd?
A
Zij waren betere arbeiders dan de Nederlanders.
B
Ze waren in Nederland te gast, ze zouden terugkeren.
C
Ze waren speciale gasten, ze hadden een andere cultuur.

Slide 12 - Quizvraag

In welke volgorde kwamen deze groepen landen naar Noord-West Europa gemigreerd?
Eerste groep
Tweede groep
Derde groep
Spanje, Portugal, Italië & Griekenland
Marokko, Algerije, Tunesië
Polen, Roemenië, Hongarije

Slide 13 - Sleepvraag

Hoe heet het wanneer de cultuur van een bestemmingsland zich een beetje aanpast aan de cultuur van de immigranten
A
Acculturatie
B
Integratie
C
Segregatie
D
Multiculturele samenleving

Slide 14 - Quizvraag

Wat ga je nu doen?
Opties:
  • Woordweb / Mindmap maken
  • Samenvatting maken
  • Oefentoets maken (methode online)
  • Leerdoelen (vragen) uitschrijven
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide