Dillemaspel

Dilemmaspel
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dilemmaspel

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een dilemma?

Slide 2 - Woordweb

Een dilemma (Oudgrieks διλήμματος, dilēmmatos, twee voorstellen) is een situatie of probleem waarin uit twee even onaantrekkelijke (of aantrekkelijke) alternatieven moet worden gekozen. De keuze kan daarom niet alleen op logische gronden gemaakt worden. De weg om uit een dilemma te geraken is dan ook vaak een zeer persoonlijke keuze.

Slide 3 - Tekstslide

Dus:
Een keuze uit twee dingen waaruit je bijna niet kan kiezen, maar dit moet toch.

Slide 4 - Tekstslide

Bijvoorbeeld:
Je hebt bij twee banen gesolliciteerd. Allebei de banen zijn geweldig, bij allebei de banen word je aangenomen.
HELP!! 
Welke baan kies je? 
=
dilemma

Slide 5 - Tekstslide

Wat zou jij doen?

Slide 6 - Tekstslide

Dilemma: Als jij iets bij de supermarkt koopt, krijg jij te veel wisselgeld terug. Wat doe je? Ga je terug naar de winkel om het geld terug te geven of houd je het geld?

Slide 7 - Open vraag

Je loopt in de stad en ziet de vriend van je zus met iemand anders hand in hand lopen. Wat doe je? Vertel je het je zus? Ga je naar de vriend van je zus? Vertel je niks?

Slide 8 - Open vraag

Nu mag jij gaan kiezen!
Lees de twee stellingen en kies A of B als antwoord wat het beste bij jou past!

Slide 9 - Tekstslide

A. Nooit meer op social media kijken.
B. Nooit meer een film/serie kijken.

Slide 10 - Open vraag

A. Nooit meer kunnen zien.
B. Nooit meer kunnen horen.

Slide 11 - Open vraag

A. Elke dag friet eten.
B. Elke dag pizza eten.

Slide 12 - Open vraag

A. Alleen maar fluisteren.
B. Alleen maar schreeuwen.

Slide 13 - Open vraag

A. Al je kleding is twee maten te klein.
B. Al je kleding is twee maten te groot.

Slide 14 - Open vraag

A. Nooit meer naar de kapper.
B. Nooit meer nieuwe kleding kopen.

Slide 15 - Open vraag

Nu jij!!
Bedenk een dilemma, schrijf het op en geef het aan de juf!

Slide 16 - Tekstslide