Schoonmaken AD
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Noem enkele reinigingsmiddelen
Slide 2 - Open vraag
Wat zijn goede redenen om je werkplek en winkel schoon te houden?
Slide 3 - Open vraag
Wat betekent 'klamvochtig'?
Slide 4 - Open vraag
Wat heb je nodig voor het schoonmaken van een ruimte?
Slide 5 - Woordweb
het interieur
het sanitair
het waarschuwingsbord
het wasnet
de sproeiflacon
de waszak
klamvochtig
de badkamer
Pas op!
Slide 6 - Sleepvraag
Wat is het 'interieur'?
Slide 7 - Open vraag
Zij gebruikt het werkdoekje goed.
A
Ja
B
Nee
C
een beetje
D
Ik weet het niet
Slide 8 - Quizvraag
Wat is dit?
A
het blik
B
de stoffer
C
de veger
D
de bezem
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Wat voor soort vuil is dit?
Zichtbaar
Droog
Aangekleefd
Onzichtbaar
Modder
Rode wijnvlek
Papier-snippers
Bacterie
Schimmel
Zand
Koffievlek
Slide 11 - Sleepvraag
suiker
theevlek
vetvlekken op het fornuis
droog vuil
licht gehecht vuil
sterk gehecht vuil
Slide 12 - Sleepvraag
opruimen
stoffen met een stofdoek
stofzuigen of stofwissen
dweilen of moppen met water en sop
1
2
3
4
