Dementie

Anatomie, fysiologie en pathologie
Verpleegkunde leerjaar 1
periode 4 week 1
Dementie

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Anatomie, fysiologie en pathologie
Verpleegkunde leerjaar 1
periode 4 week 1
Dementie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opzet periode 4
week 1 t/m 7 theorie
week 8 samenvattende les
week 9 toets
week 10 mogelijkheid voor herkansingen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les is gericht op leereenheid: 

Starter verpleegkundig redeneren, vanuit de casus: Mevrouw Bogers is 91 jaar en na het overlijden van haar man worden de eerste geheugenproblemen zichtbaar. Het verlies van het korte termijn geheugen valt als eerste op en kort daarop volgt de diagnose Alzheimer

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
De student kan dementie verklaren bij de anatomie en fysiologie van de hersenen en herkent daarbij specifiek de ziekte van Alzheimer  

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesopzet
Terugblik anatomie hersenen
Verkennen
Theorie
Opdracht
Afronden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke 4 onderdelen bestaan de grote hersenen?

Slide 6 - Open vraag

• Voorhoofdskwab (frontale kwab)
• Slaapkwab (temporale kwab)
• Wandbeenkwab (pariëtale kwab)
• Achterhoofdskwab (Occipitale kwab)

Anatomie hersenen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de 4 onderdelen van de hersenen? Koppel ze aan elkaar
Voorhoofdskwab (frontale kwab): 
Slaapkwab (temporale kwab): 
Wandbeenkwab (pariëtale kwab): 
Achterhoofdskwab (Occipitale kwab): 
verwerken info die gedrag en emoties bepalen, motoriek, persoonlijkheid, nadenken en vermogen tot plannen
taal en geheugen
verwerking zintuigen
zien

Slide 8 - Sleepvraag

Belangrijke functies:
  • Voorhoofdskwab (frontale kwab): verwerken info die gedrag en emoties bepalen, motoriek, persoonlijkheid, nadenken en vermogen tot plannen
  • Slaapkwab (temporale kwab): taal en geheugen
  • Wandbeenkwab (pariëtale kwab): verwerking zintuigen
  • Achterhoofdskwab (Occipitale kwab): zien
Wat weet jij over: DEMENTIE?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dementie?
Verzamelnaam voor een aantal ziekteverschijnselen die allemaal veroorzaakt worden door niet-aangeboren afwijkingen in de hersenen.
Er is bij dementie sprake van een blijvend verlies van functies van het verstand. (Zorgvoorbeter.nl)

Slide 10 - Tekstslide

Dementie is een aftakelingsproces, waarbij allerlei psychische functies betrokken kunnen zijn. De belangrijkste psychische functie die achteruitgaat, is het geheugen. Zorgvragers met dementie zijn minder goed in het opnemen van nieuwe informatie (kortetermijngeheugen) en hebben moeite om zich eerder geleerde informatie te herinneren (langetermijngeheugen). De geheugenstoornissen vallen bij zorgvragers met dementie meestal het eerst op. Het kan zijn dat de zorgvrager niet meer weet hoe hij bepaalde handelingen moet uitvoeren. Ook kan het voorkomen dat zijn kortetermijngeheugen verstoord is, maar dat zijn langetermijngeheugen nog intact is. Dan kan hij zich nog wel dingen van vroeger herinneren, maar kan hij bijvoorbeeld zijn bril die hij net heeft weggelegd niet meer terugvinden. Vaak is er sprake van een combinatie van deze symptomen.
Het denkvermogen, het intellect en het gevoelsleven gaan ook achteruit. Daarnaast ontstaan er stoornissen in het abstracte denken (niet vooruit kunnen denken) en stoornissen in het beoordelingsvermogen (bijvoorbeeld vergeten dat het gasfornuis aanstaat). Andere verschijnselen zijn ook desoriëntatie in tijd, plaats en persoon en soms decorumverlies. (alzheimernederland.nl)

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Cijfers dementie (Nederland)
  • >270.000 mensen met dementie. Ongeveer 12.000 mensen jonger <65 jaar. 
  • Ieder uur krijgen vijf mensen dementie.
  • Toename door vergrijzing. Geschat wordt half miljoen in 2040.
  • 65 procent krijgt de diagnose: ziekte van Alzheimer. 
  • Treft ruim 8 procent van de mensen > 65 jaar.
  • Treft ruim 25 procent van de mensen >80 jaar.
  • Treft ruim 40 procent van de mensen >90 jaar.
  • De kans is 1 op de 5 dat iemand dementie krijgt. 
  • Voor vrouwen is dat 1 op 3, voor mannen 1 op 7. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Bekijk het filmpje en noteer voor jezelf welke signalen je van dementie opvalt .
Signalen van dementie in het filmpje

Slide 14 - Woordweb

niet weten hoe poortje werkt
verwilderde blik
manier van lopen
product niet herkennen (koffiemelk)
verkeerde mandje en mandje kwijt
paraplu vergeten
pincode vergeten
Ziekteverloop en symptomen
1. Bedreigde ik -beginnende dementie

2. De verdwaalde ik - matige ernstige dementie

3. De verborgen ik - ernstige dementie
 
4. De verzonken ik - ernstige dementie
 

Slide 15 - Tekstslide

Het proces van dementie is onvoorspelbaar. Zo kunnen er momenten zijn van stabiele fasen tot in een keer een versnelde achteruitgang, maar ook momenten dat het ineens wat beter lijkt te gaan.
In het proces van dementie worden er 4 belevingsfasen doorstaan. Hoe verder in het proces hoe minder de zorgvrager zich aan zijn eigen ik-beleving uiting kan geven. Er gaat steeds meer een stukje Ik verloren.
 Fase 1: de bedreigde ik-beleving: De confrontatie van cognitieve stoornissen vindt plaats. Men is zich bewust van de geheugen-en oriëntatie problemen.
Fase 2: de verdwaalde ik- beleving: Onderscheid tussen heden en verleden wordt steeds lastiger. De logische volgorde van handelen wordt moeilijk. Men verdwaalt in de wereld om hem heen
Fase 3: de verborgen ik-beleving: Men zakt steeds verder in eigen wereld, geen tijdsbesef meer. Herkenning en contact met de mensen om hen heen gaat verloren.
Fase 4: de verzonken ik-beleving: De bewustwording van de omgeving is weg. Geen besef van tijd, plaats en persoon. Men is echt helemaal verzonken in de eigen ik. Communicatie is niet meer mogelijk. Beleving vindt alleen nog plaats via de zintuigen.

Energizer
Probeer binnen 1 minuut de volgende 16 woorden te onthouden.

Woorden:
Banaan, dromedaris, basgitaar, aannemer, bizon, drumstel, appel, docent, citroen, altviool, conciërge, cavia, cello, druif, bakker, aap


timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf nu binnen 2 minuten de woorden op die je nog weet, hoeveel heb je er goed
timer
2:00

Slide 17 - Open vraag

Banaan, dromedaris, basgitaar, aannemer, bizon, drumstel, appel, docent, citroen, altviool, conciërge, cavia, cello, druif, bakker, aap

Vormen van dementie
  • Alzheimer
  • Vasculaire dementie
  • Frontaalkwab dementie
  • Lewy-Body

Slide 18 - Tekstslide

1. De ziekte van Alzheimer
De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. Maar liefst 70% van de mensen met dementie heeft Alzheimer. Iemand met Alzheimer krijgt problemen met het geheugen. Naarmate de ziekte erger wordt, krijgt iemand steeds meer moeite met dagelijkse vaardigheden.
2. Vasculaire dementie
Vasculaire dementie wordt veroorzaakt door problemen in de doorbloeding van de hersenen. Veel mensen die deze vorm krijgen, hebben hart- en vaatziekten (gehad). Wat opvalt is dat ze langzamer gaan denken, spreken en handelen. Ook kunnen ze zich moeilijk concentreren.
3. Frontotemporale dementie (FTD)
Frontotemporale dementie (FTD) komt vaak op jongere leeftijd voor. Veranderingen in het gedrag vallen meestal als eerste op. Ook de taal, spraak en motoriek kunnen aangetast zijn. Deze vorm van dementie ontstaat doordat hersencellen in de frontaalkwab (gedragsgebied) en de temporaalkwab (taalgebied) afsterven.
4. Lewy body dementie
Een kenmerk van Lewy body dementie is een sterke schommeling in de geestelijke achteruitgang. Ook kan iemand verschijnselen van de ziekte van Parkinson hebben. Denk aan het beven van lichaamsdelen, stijfheid, een gebogen houding en een afwijkende manier van lopen.  
Opdracht dementie

Bij deze opdracht gaat het om inzicht te krijgen in verschillende vormen van dementie. Je gaat in groepen in één van onderstaande ziektebeelden van dementie verdiepen. Deze gaan jullie presenteren aan de rest van de klas. De docent geeft jullie één van onderstaande vormen van dementie:
  • Ziekte van Alzheimer
  • Vasculaire dementie
  • Fronto-temporale dementie
  • Lewy-body dementie



WAT GA JE PRESENTEREN?

  1. Waar in de hersenen zit deze vorm van dementie?
  2. Hoe is deze ziekte ontstaan?
  3. Hoe verloopt deze ziekte?
  4. Hoe herken je deze ziekte? 
  5. Hoe ondersteun je personen met deze ziekte?
  6. Maak de presentatie beelden (PowerPoint, prezi, plaatjes)
  7. Iedereen uit het groepje vertelt iets
  8. Duur presentatie 5 minuten (max 8 minuten)

timer
30:00

Slide 19 - Tekstslide

30 minuten om te maken
Daarna presenteren.
-verdeel de rollen
 -ieder groepslid is aan het woord

Wat is de meest voorkomende vorm van dementie?
A
Fronto-temporaal
B
Lewy-Body
C
Alzheimer
D
Vasculair

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik verlies wat ik heb geleerd. Alles dreigt me te ontglippen. Hier ben ik me min of meer bewust van. In welke fase zit Ik?
A
Bedreigde- ik beleving
B
Verdwaalde-ik beleving
C
Verborgen-ik beleving
D
Verzonden -ik beleving

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk en afronding 
Zie its learning

  • Literatuur: anatomie hoofdstuk 12, paragraaf 12.1
  • E-learning: anatomie hormoonstelsel; submodule het hormoonstelsel

Onderwerp volgende les: hormoonstelsel en start diabetes mellitus

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies