11.2 Condensatiepolymerisatie

11.2 Condensatiepolymerisatie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

11.2 Condensatiepolymerisatie

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een additie-reactie?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een condensatie-reactie?

Slide 3 - Tekstslide

Condensatiepolymerisatie: 2 monomeren worden aan elkaar gekoppeld waarbij water wordt afgesplitst

Deze monomeren hebben dus zuur- en alcohol en/of aminegroepen

Slide 4 - Tekstslide

Monomeer met een zuur en een alcoholgroep

Slide 5 - Tekstslide

Monomeer met een zuur en een aminegroep

Slide 6 - Tekstslide

2 verschillende monomeren --> copolymeer

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Dit polymeer is
gemaakt via ...
A
additie- polymerisatie
B
condensatie- polymerisatie

Slide 13 - Quizvraag

Dit polymeer is
gemaakt via .....
A
additie- polymerisatie
B
condensatie-polymerisatie

Slide 14 - Quizvraag

acrylzuur kan polymeriseren tot polyacrylzuur, met welke polymerisatiereactie?
A
additiepolymerisatie
B
condensatiepolymerisatie

Slide 15 - Quizvraag

Dit polymeer is
gemaakt via ...
A
additie- polymerisatie
B
condensatie-polymerisatie

Slide 16 - Quizvraag

etheen + broom --> 1,2-dibroomethaan

Welk type reactie is dit?
A
condensatie
B
additie
C
kraken
D
polymerisatie

Slide 17 - Quizvraag

Dit polymeer is
gemaakt via ...
A
additie- polymerisatie
B
condensatie-polymerisatie

Slide 18 - Quizvraag

De karakteristieke
binding in dit
polymeer is de ....
A
peptidebinding
B
waterstofbrug
C
esterbinding
D
amidebinding

Slide 19 - Quizvraag

Welke 2 karakteristieke groepen
kunnen met elkaar reageren
tot een esterbinding?
A
Een alcohol groep (-OH) en een zuurgroep (-COOH)
B
Een aminogroep (-NH2) en een zuurgroep (-COOH)
C
2 alcohol groepen (-OH)
D
Alle drie de mogelijkheden

Slide 20 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van een....
A
amidebinding
B
peptidebinding
C
esterbinding
D
etherbinding

Slide 21 - Quizvraag