herhalen H7 D1B 1kgt woordformules

woordformules
herhalen H7 1kgt 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
wiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

woordformules
herhalen H7 1kgt 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide


De baas van 'de klusbus' berekent voor een uur werken €35. Daarnaast rekent hij ook nog €20 voorrijkosten.
Bereken hoeveel de baas rekent als hij 4 uren bij jou komt werken?
A
€80
B
€115
C
€140
D
€160

Slide 3 - Quizvraag


De baas van 'de klusbus' berekent voor een uur werken €35. Daarnaast rekent hij ook nog €20 voorrijkosten.
vul de regel in woorden in. 
Het aantal uren keer ... plus .... is gelijk aan de kosten in euro's.
A
keer 20 plus 35
B
keer 35 plus 20

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide


Mark traint voor een hardloopwedstrijd. Hij loopt met een gemiddelde snelheid van 6 meter per seconde. Maak een regel in woorden gebruik de woorden: aantal seconden en aantal meters

Slide 6 - Open vraag


TekstMark traint voor een hardloopwedstrijd. Hij loopt met een gemiddelde snelheid van 6 meter per seconde.
Welke pijlenketting hoort bij de training van Mark?

A
B

Slide 7 - Quizvraag


Hoeveel meter loopt Mark in 3 minuten?

Slide 8 - Open vraag


Welke pijlenketting klopt bij het taxitarief?
A
B

Slide 9 - Quizvraag


Hoeveel kost een taxirit van 28 kilometer?
A
€60,76
B
€63,71
C
€143,36

Slide 10 - Quizvraag


Als er 1 tafel weg gaat, hoeveel stoelen minder heb ik dan nodig?

Slide 11 - Open vraag


Dus hoeveel extra stoelen komen er bij elke tafel erbij?

Slide 12 - Open vraag


Hoeveel stoelen staan er aan de uiteinden?

Slide 13 - Open vraag


Wat moet er bij de x en bij de + pijl staan?
A
x 2 + 4
B
x 4 + 4
C
x 4 + 2
D
+1 x 4

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide


Maak de woordformule bij de pijlenketting.

Slide 16 - Open vraag


Maak de woordformule bij de pijlenketting.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide


Bereken het bedrag voor een klus van drie uren.
A
€111
B
€139
C
€195

Slide 19 - Quizvraag


Bereken het bedrag voor een klus van 8 uren.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide


Je wilt een grafiek tekenen.
Wat komt er langs de verticale as te staan?
A
bedrag in euro's
B
aantal maanden

Slide 22 - Quizvraag


Je wilt een grafiek tekenen.
Gebruik je wel of geen zaagtand?
A
wel
B
geen

Slide 23 - Quizvraag


Je wilt een grafiek tekenen.
Wat wordt je stapgrootte op de verticale as?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

einde herhaling
maken online oefentoets voor dinsdag 2 maart

Slide 26 - Tekstslide