In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Goed lezen wat er gevraagd wordt!
Herhaling H1 Wat is maatschappijleer?
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een maatschappelijk probleem
A
Een probleem waar de overheid je niet bij kan helpen.
B
Een probleem van een grote groep mensen.
C
Een probleem van de overheid en verder niemand.
D
Een probleem van een kleine groep mensen.
Slide 2 - Quizvraag
Een goede mening......
A
is gebaseerd op vooroordelen.
B
is een mening die waar is.
C
kun je geven zonder de feiten te kennen.
D
wordt ondersteund door argumenten.
Slide 3 - Quizvraag
Bij een belang......
A
heb je ergens voordeel bij.
B
gaat het altijd om geld.
C
is de overheid altijd betrokken.
D
hebben twee groepen een meningsverschil.
Slide 4 - Quizvraag
Geef bij de volgende waarden een passende norm. Je mag de waarde niet herhalen in je antwoord! - Ontspanning - Vrijheid - Trouw
Slide 5 - Open vraag
Maatschappelijk probleem heeft 4 kenmerken. Noem de andere vier kenmerken en leg aan de hand van de vier kenmerken uit waarom Corona een maatschappelijk probleem is. Noem bij ieder kenmerk een voorbeeld.
Slide 6 - Open vraag
Geef bij de volgende situaties aan welke machtsmiddel er gebruikt wordt. a. De docent stuurt Fatih eruit, omdat hij met propjes gooit. b. Je broer helpt je met het verwijderen van een virus op je laptop. c. Een Imam is een petitie gestart tegen het maken van spotprenten.
Slide 7 - Open vraag
timer
3:00
Feit
Vooroordeel
“Op vakantie herken je Nederlanders gemakkelijk. Ze hebben allemaal een caravan achter hun auto.”
Vrouwen kunnen niet leiding geven.
Elke dag verse groenten eten is gezonder dan elke dag patat
In nederland mag je niet voor eigen rechter spelen.
Alle marokkanen zijn dieven.
Het is maar een keer in de vier jaar 29 Februari.
Afrikanen zijn sneller dan europeanen.
Slide 8 - Sleepvraag
Leg uit waarom de zwartepieten-discussie een goed voorbeeld is van een onderwerp dat polarisatie veroorzaakt.
Slide 9 - Open vraag
Noem een voorbeeld van een belangentegenstelling.
Slide 10 - Open vraag
a. Noem de 4 bindingen. b. Over welke binding heeft Stella het vooral?
Slide 11 - Open vraag
Wat kun je zeggen over de sociale cohesie in Nederland als je kijkt naar bron 3?
Slide 12 - Open vraag
Binnen een bedrijf hebben een aantal groepen een duidelijk belang. Deze belangen kunnen verschillen. Hieronder zie je drie groepen die betrokken zijn. Noem voor iedere groep een belang. Schrijf verschillende belangen op. - Werkgevers - Werknemers - Consumenten