P1.3 Problemen in de kerk/Maarten Luther/Calvijn

P1.3 Wat waren de gevolgen van de ruzie in de kerk?
Je kunt uitleggen:
  • welke kritiek de hervormers hadden op de kerk en daar drie voorbeelden van geven
  • wat de verschillen  zijn tussen katholieken en protestanten
  • welke twee belangrijke protestantse stromingen er bestaan
  • hoe de katholieke kerk reageerde op de Reformatie
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

P1.3 Wat waren de gevolgen van de ruzie in de kerk?
Je kunt uitleggen:
  • welke kritiek de hervormers hadden op de kerk en daar drie voorbeelden van geven
  • wat de verschillen  zijn tussen katholieken en protestanten
  • welke twee belangrijke protestantse stromingen er bestaan
  • hoe de katholieke kerk reageerde op de Reformatie

Slide 1 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Katholieke kerk (1)
  • Christelijke kerk

  • Staat onder leiding van de Paus in Rome (vandaar ook wel: Rooms-Katholieke Kerk)

  • Hiërarchisch: er is een duidelijke leider en indeling van macht

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in het Latijn

Slide 3 - Tekstslide

Katholieke kerk (2)
  • Er staan beelden in de kerk

  • Deze beelden (van bijvoorbeeld heiligen) worden soms ook vereerd

  • Ook relieken (overblijfselen van heiligen) worden vereerd

  • Er zijn magische handelingen en rituelen, zoals: wijn/bloed en brood/lichaam

Slide 4 - Tekstslide

Kerk en keizer in Europa rond 1515
  • Volg de regels van het geloof!
  • Inquisitie in kerk vanaf 1200
  • Hulp van vorsten(Karel V)-->

  1. Verbod op schriften met kritiek
  2. Straf op prediken nieuwe geloof(brandstapel/onthoofding)

  • Ruzie leidt tot onrust en eenheid (alleen geloof was bindende factor in het grote rijk) leidt tot rust

Slide 5 - Tekstslide

Reformatie 1517 (1)
  • Betekent hervorming

  • In dit geval hervorming van de katholieke kerk

  • Protesteren tegen de macht en rijkdom (o.a. door aflaten + simonie) van de katholieke kerk

Slide 6 - Tekstslide

Reformatie (2)
  • Belangrijkste hervormers: Maarten Luther en Johannes Calvijn

  • In 1517 komt Luther met 95 stellingen (vooral tegen aflaten)

  • Hij hoopt dat de Paus mee wil denken en de Kerk zal hervormen

  • Luther wordt echter door de Paus in de ban gedaan....toch succes!

Slide 7 - Tekstslide


Waarom heeft Luther succes?

  • Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
  • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten.
  • De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
  • Veel gelovigen zijn het niet eens met de aflaten: Luther durft er iets van te zeggen.

Slide 8 - Tekstslide

Maarten Luther (1483-1546)
Duitse monnink die grote moeite had met de aflaten en levensstijl van de geestelijken. 
Veel aanhangers in Duitsland.
Johannes Calvijn (1509-1564)
Zwitserse hervormer die vond dat beelden niet in de Kerk thuishoorden. 
Veel aanhangers in Nederland

Slide 9 - Tekstslide

Calvijn
  • Johannes Calvijn is strenger dan Luther:
  • 1. Geestelijken moeten land regeren
  • 2. Predestinatie: god heeft al bepaald of je in hemel of hel komt
  • Grootste verschil met Luther: volk bepaalt religie van het land ipv vorst
  • Nederlanden: katholieke landsheer, calvinistische bevolking: probleem!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Katholiek
Protestant
Calvijn
Luther
Bisschoppen
Aflaat
Simonie
Bijbel

Slide 12 - Sleepvraag

Gevolgen van de reformatie
  • Splitsing in de christelijke kerk (1517): protestantse kerken (ook wel: hervormde- of gereformeerde kerk) naast de katholieke Kerk
  • Protestantse kerk aantrekkelijk voor (arme) mensen.
  • Vervolging van protestanten (ketters)
  • Contrareformatie: veranderingen in de katholieke kerk

Slide 13 - Tekstslide

Protestantse kerk
  • Christelijke kerk

  • Er is geen duidelijke leider

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in de volkstaal

  • Geen beelden en/of verering van heiligen en relieken (is afleiding)

  • Sobere handelingen

Slide 14 - Tekstslide

Hoewel er grote en kleine verschillen zijn...
...horen beide kerken bij de christelijke godsdienst

Slide 15 - Tekstslide

Video
Histoclips: Luther en de Hervorming

Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 18 - Quizvraag


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Sobere handelingen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 19 - Quizvraag


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van relieken
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 20 - Quizvraag


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

De Paus is de leider
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 21 - Quizvraag

Welke van de stellingen is juist?

1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.

2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 22 - Quizvraag



Maarten Luther is het niet eens met de grote rijkdommen
van de Kerk en de geestelijken.

Op welke manier kwam de Kerk aan haar rijkdommen?
A
Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
B
Mensen handelden met de Kerk.
C
De Kerk veroverde rijke gebieden.
D
Mensen hadden medelijden met Kerk en gaven geld.

Slide 23 - Quizvraag

Door de ogen van Luther

Slide 24 - Tekstslide

Luther wordt geboren op 10 november 1483. Hij kwam uit een boerengezin.

Slide 25 - Tekstslide

Moeder van Luther gaf een strenge christelijke opvoeding aan Maarten. In die tijd was het heel normaal dat je als ouder streng optrad tegen je kinderen. Het zorgde voor rust en ritme.

Slide 26 - Tekstslide

Dankzij zijn opvoeding en zijn intelligentie werd Luther naar de Universteit van Erfert gestuurd. De Universiteit was een van de beste in heel Duitsland. In 1505 studeert hij af aan de opleiding 'rechten' en werd hij officieel een jurist.

Slide 27 - Tekstslide

Op een dag was Maarten terug aan het reizen richting Erfurt. Hij was nog een paar uur verwijderd van de stad. Plots kwam er een blikseminslag waarbij Maarten, door de luchtdruk, tegen de grond aan werd geduwd. Hij riep de heilige Maria tot zich en was zo dankbaar dat zijn geleven gespaard was gebleven, hij zei daaropvolgend: ''ik wil monnik worden''.

Slide 28 - Tekstslide

Vader van Luther was woedend. Maarten was net afgestudeerd en hij vond dat hij na zo'n dure opleiding een jurist moest worden, niet een monnik.

Slide 29 - Tekstslide

Ondanks de kritiek van zijn vader, negeert Luther zijn vader en treedt alsnog toe tot het klooster. In 1505 tradt hij toe tot het klooster van Augustijnen te Erfurt.

Hij moet elke dag om 03:00 op staan om te bidden. Het is hard werken in het klooster. Luther leert veel nieuwe mensen kennen en verbreidt zo zijn netwerk. Hij wordt zelfs een predikant in Wittenberger.

Slide 30 - Tekstslide

Luther merkt dat veel mensen niet bij hem komen biechten in Wittenberg, maar aflaat kopen in andere grote steden. Mensen reizen er zelfs voor af om een aflaat te kopen. 

De aflaat in 1507 neemt enorm toe, omdat de geldnood van de kerk ook toeneemt. Er werd zelfs verteld dat je een aflaat kon kopen voor mensen die al gestorven waren, zodat ze alsnog in de hemel kwamen.

Slide 31 - Tekstslide

Luther was het niet eens met de aflaatbrieven. Hij wilde dat daar iets aan veranderd werd. Hij schreef een brief naar zijn bisschoppen en aartsbisschoppen. 

Of Luther daadwerkelijk 95 stellingen op de kerkdeur heeft getimmerd, blijft onbekend. Sommige zeggen van wel, sommige ook niet. 

Slide 32 - Tekstslide

In eerste instantie zijn de reacties gematigd. Bisschoppen sturen het door naar de Paus. De Paus doet in eerste instantie er niets mee en zegt alleen dat er op Luther gelet moet worden. 

Sommige bisschoppen stemmen zelfs in tot hervorming en zijn het deels eens met Luther.

Slide 33 - Tekstslide

Sommige aflaatverkopers vinden dat Luther op de brandstapel moet eindigen. Zij sturen dreigbrieven waarin geschreven staat dat Luther een ketter is en zo snel mogelijk moet verdwijnen.

De stellingen worden door heel het land verspreid en er komt steeds meer discussie of de kerk nou moet hervormen of niet. 

Slide 34 - Tekstslide

Luther schrijft in 1520 boeken waarin de leer van de katholieke kerk sterk in twijfel wordt genomen.

Als reactie hierop wordt Luther als ketter aangewezen en gevraagd of hij deze werkstukken wil herroepen (terug nemen). Dit weigert Luther.

Slide 35 - Tekstslide

Luther kreeg een brief waarin hij onherroepelijk alles moest terugnemen. Deze brief gooide Luther in het vuur en sprak de volgende woorden uit: "Omdat jij goddeloos boek de gelovigen van de Heere verdriet aangedaan hebt, daarom doe jou verdriet en vertere jou het eeuwige vuur".

De kerk kan geen andere maatregel nemen dan Luther uit de kerk te zetten.

Slide 36 - Tekstslide

Voor keizer Karel V was Luther een doorn in het oog. Karel wilde eenheid in zijn rijk bewaren (allemaal katholiek). Luther vormde voor hem dan ook een probleem waar iets aan gedaan moest worden. 

Slide 37 - Tekstslide

Keizer Karel V nodigde Luther uit om al zijn werken terug te roepen. Luther moest naar de rijksdag in Worms komen. Alle vorsten waren ook uitgenodigd. 

Maar wat Luther toen deed veranderde alles...

Slide 38 - Tekstslide

(Zie film Luther)

Slide 39 - Tekstslide

Waarom schreef Maarten de 95 stellingen?

Slide 40 - Open vraag

Wat voor dingen waren niet correct in de kerk volgens Maarten?

Slide 41 - Open vraag

Had Maarten zijn punten van kritiek ook op een andere manier kunnen overbrengen?

Slide 42 - Open vraag

Waarom zouden vorsten in Duitsland het eens zijn met Luther?

Slide 43 - Open vraag

Wat deed de kerk en de keizer om Maarten in bedwang te houden?

Slide 44 - Open vraag

Sloeg Maarten door in zijn overtuiging dat er iets moest veranderen of vind je van niet? Waarom vind je dat?

Slide 45 - Open vraag