5.2Gemiddelde snelheid

Taha
Tycho
Naomi
Jesse
Jay
Liza
Sofie
Beliza
Renée
Thara
Silver
            bord       en       docent
Pak je boek, je IPad en log alvast in!

Lotus en Noa, niet bij elkaar. 

 
Heb je lager dan een 6.0 gemiddeld dan heb je een vaste plek en is dit voor je eigen groei en vooruitgang. 
raam
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Taha
Tycho
Naomi
Jesse
Jay
Liza
Sofie
Beliza
Renée
Thara
Silver
            bord       en       docent
Pak je boek, je IPad en log alvast in!

Lotus en Noa, niet bij elkaar. 

 
Heb je lager dan een 6.0 gemiddeld dan heb je een vaste plek en is dit voor je eigen groei en vooruitgang. 
raam

Slide 1 - Tekstslide

Isabel
Chinouk
Dilano
Liza
Karol
Stygian
Piotr
Romy
                          bord  
r
a
a
m
Seve niet in de buurt van Dilano. 
Heb je lager dan een 6.0 gemiddeld, dan heb je een vaste plek voor je eigen groei en vooruitgang. 

Slide 2 - Tekstslide

nieuwe regels
Materiaal = eigen pen, boek en IPad
Dit ligt klaar op moment van absentie. Ik vraag er niet meer naar. 
Huiswerk = alles ingevuld in je boek en begrippenlijst
Toets inhalen: Donderdag 14.30 uur of voor school. 
Vrije uren ervoor: mooi tijd om te leren!
3x huiswerk/materiaal streepje = 1 lesuur nablijven
6x huiswerk/materiaal streepje = 1 lesuur nablijven en strafwerk
9x huiswerk/materiaal streepje = 2 lesuur nablijven
Nablijven: Dezelfde week nog! Kom je niet, wordt het 2 uur. En mail naar ouders!

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Absentie
Hoofdstukopbouw
Herhaling vorige les
Uitleg nieuw doel
Opdrachten maken
Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Hoofstukopbouw 'Bewegen'
1. Bewegingen vastleggen
2. Gemiddelde snelheid
3. Soorten bewegingen
4. Remmen en Botsen
Alle plusopdrachten maken en diagnostische toets
Toets

Slide 5 - Tekstslide

Doel: Je kunt uitleggen op welke manier je een beweging kunt vastleggen. 

Het is vaak lastig te zien hoe een beweging gemaakt wordt. 
Als je dit vastlegt, kan je dat veel beter zien. 
Snelle bewegingen zijn helemaal moeilijk te volgen. 

Slide 6 - Tekstslide

Doel: Je kunt de gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen. 
Formule: 
gemiddelde snelheid = afstand : tijd
m/s = meter per seconde
  • afstand in meter
  • tijd in seconde
k/h = kilometer per (hour) uur
  • afstand in kilometer
  • tijd in uur

Slide 7 - Tekstslide

Doel: Je kunt uitleggen hoe je een stroboscopische foto maakt.
stroboscopische foto: Foto die gemaakt wordt in een verduisterende ruimte, met als enige verlichting een stroboscooplamp. 
stroboscooplamp: Apparaat dat met regelmatige tussenpozen een lichtflits geeft. 



Hoe werkt zo'n stroboscopische foto?

Slide 8 - Tekstslide

Doel: Je kunt een afstand-tijdtabel maken van een beweging van een voorwerp. 

Slide 9 - Tekstslide

Doel: Je kunt een afstand-tijddiagram tekenen van een afstand-tijdtabel.
Wat vul je verder in de tabel in?

Slide 10 - Tekstslide

Doel: Je kunt een afstand-tijddiagram aflezen.


afstand-tijddiagram: Diagram waarbij de horizontale as de tijd-as is en de verticale as de afstand-as. In dit diagram kun je dan een grafiek van een beweging maken. 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Samen lezen: blz 8 en 9
Zelfstandig maken opdracht: 1 - 12
Groene Plus hoeft niet. 

Staan er veel regels. dan beschrijf je uitgebreid hoe of wat. 
Staat er 1 regel. Dan geef je kort antwoord. 

Slide 12 - Tekstslide

Samen nakijken
blz 10 - 15



Welke vraag vond je moeilijk?? 
Laat het mij weten, dan bespreken we deze vraag. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat betekent: een stroboscopische foto
A
Foto die gemaakt wordt in 1 verduisterende ruimte, met als enige verlichting stroboscooplamp
B
Een foto die gemaakt wordt in een ruimte met een lamp

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een stroboscooplamp:
A
Een flitser
B
Apparaat dat met regelmatige tussenpozen een lichtflits geeft.

Slide 15 - Quizvraag

Wat kan je aflezen:
A
een boek
B
een tabel
C
een diagram

Slide 16 - Quizvraag

Als een balletje stuitert, waar is zijn beweging dan het snelst?
A
bij de grond
B
een tabel
C
een diagram

Slide 17 - Quizvraag

Hoofstukopbouw 'Bewegen'
1. Bewegingen vastleggen
2. Gemiddelde snelheid
3. Soorten bewegingen
4. Remmen en Botsen
Alle plusopdrachten maken en diagnostische toets
Toets

Slide 18 - Tekstslide

Doelen bs 2 Gemiddelde snelheid
  1. Je kunt de gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen. 
  2. Je kunt snelheid in m/s omrekenen naar km/h. 
  3. Je kunt de afstand berekenen die een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt.  

Slide 19 - Tekstslide

Doel: Je kunt de gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen. 
Formule: 
gemiddelde snelheid = afstand : tijd

m/s = meter per seconde
  • afstand in meter
  • tijd in seconde
k/h = kilometer per (hour) uur
  • afstand in kilometer
  • tijd in uur

Slide 20 - Tekstslide

Doel: Je kunt de gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen. 
Formule: 
gemiddelde snelheid = afstand (m) : tijd (s)

Een atlete loopt de 100 meter sprint in 10,8 s. 
Bereken haar gemiddelde snelheid. 

Slide 21 - Tekstslide

gemiddelde snelheid = afstand (m) : tijd (s)
Een atlete loopt de 100 meter sprint in 10,8 s.
Bereken haar gemiddelde snelheid.

Slide 22 - Open vraag

Doel: Je kunt de snelheid in m/s omrekenen naar km/h. Hoeveel m is 1 km?

Slide 23 - Open vraag

Doel: Je kunt de snelheid in m/s omrekenen naar km/h. Hoeveel sec is 1 uur?

Slide 24 - Open vraag

Doel: Je kunt de snelheid in m/s omrekenen naar km/h. 
Wat weet je -->
1 km = 1000 m
1 h = 60 min = 3600 sec
Iemand loopt 3 m/s. Hoeveel km/h is dat?

3 meter 
3x 60= 180 m per min
180 x 60 = 10.800m per uur
10.800 m--> 
10,8 km
1 sec
1 min
1 uur

Slide 25 - Tekstslide

Doel: Je kunt de snelheid in m/s omrekenen naar km/h. 
Iemand loopt 3 m/s. Hoeveel km/h is dat?
Je kunt dus ook zeggen:
3m/s = 3 x 3,6 = 10,8 km/h
3 meter 
3x 60= 180 m per min
180 x 60 = 10.800m per uur
10.800 m--> 
10,8 km
1 sec
1 min
1 uur

Slide 26 - Tekstslide

Iemand loopt 5 m/s. Hoeveel km/h is dat?
A
5 x 3,6 = 18 k/h
B
5 x 60 = 300 x 60 = 18.000m = 18 km/h

Slide 27 - Quizvraag

Iemand loopt 5 m/s. Hoeveel km/h is dat?

Slide 28 - Open vraag

Iemand rijdt 20 m/s. Hoeveel km/h is dat?

Slide 29 - Open vraag

Iemand rijdt 32 m/s. Hoeveel km/h is dat?

Slide 30 - Open vraag

Doel: Je kunt de afstand berekenen die een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt.
formule: gemiddelde snelheid = afstand: tijd


Afstand berekenen doe je als volgt:
formule: afstand = gemiddelde snelheid x tijd
                                              4 = 12 : 3
                        12 = 4 x 3

Slide 31 - Tekstslide

Doel: Je kunt de afstand berekenen die een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt.
Tom rijdt een flinke afstand op zijn fiets. Na 3,5 uur kijkt hij op zijn fietscomputer. Zijn gemiddelde afstand is 28km/h. 
Wat is de afstand die hij gereden heeft?
Gegevens: 
gemiddelde snelheid = 28km/h,  
tijd = 3,5h
afstand = gemiddelde snelheid x tijd

Slide 32 - Tekstslide

gemiddelde snelheid = 28km/h,
tijd = 3,5h
afstand = gemiddelde snelheid x tijd
A
3,5 : 28
B
28 : 3,5
C
3,5 x 28

Slide 33 - Quizvraag

gemiddelde snelheid = 30km/h,
tijd = 3 h
afstand = gemiddelde snelheid x tijd
A
30 x 3= 90km/h
B
30 : 3 = 10 km/h

Slide 34 - Quizvraag

gemiddelde snelheid = 50km/h,
tijd = 2 h

A
50 : 2 = 25 km/h
B
50 x 2 = 100km/h

Slide 35 - Quizvraag

gemiddelde snelheid = 50km/h,
tijd = 2 h

A
50 : 2 = 25 km/h
B
50 x 2 = 100km/h

Slide 36 - Quizvraag

Doelen bs 2 Gemiddelde snelheid
  1. Je kunt de gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen. 
  2. Je kunt snelheid in m/s omrekenen naar km/h. 
  3. Je kunt de afstand berekenen die een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt.  

Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag
Huiswerk: lezen en maken blz 18 - 25
opdr 1 - 12

Beschrijf uitgebreid de opdrachten.
Kijk alvast even of je alle opdrachten snapt. Nu kan je het vragen, vanavond thuis niet meer. 
Klaar: online Test jezelf

Slide 38 - Tekstslide

Bedankt!
En succes met je huiswerk. 

Slide 39 - Tekstslide